15 februari 2015

Zaken als ruimtelijke ordening

'De provincie is natuurlijk niet zo bekend en heeft niet zo'n groot takenpakket', hoorde ik Hans Wiegel zeggen op de bank bij Wakker Nederland. Het is een geluid dat rond elke Provinciale Statenverkiezingen terugkeert: provincies houden zich bezig met zaken die de harten van kiezers niet sneller doen kloppen. Zaken als - denk het licht neerbuigende toontje er zelf bij - ruimtelijke ordening, verkeer en natuur. En daarom is het onvermijdelijk dat die verkiezingen in het teken staan van de landelijke politiek en dat de campagnes worden gekaapt door landelijke kopstukken. Soms met ondersteuning van landelijke kopstukken uit de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Het is een self fulfilling prophecy. Zolang we elkaar vertellen dat ruimtelijke ordening geen aansprekend thema is, zal het dat ook niet worden. Een gemiste kans. Want als er één beleidsveld is waarop concrete beslissingen moeten worden genomen, met gevolgen die voor iedereen zichtbaar zijn, dan is het wel ruimtelijke ordening. Neem de discussie rond weidewinkels die op dit moment in verschillende regio's speelt. Terwijl andere winkelketens een overlevingsstrijd voeren, wil de Franse sportgigant Decathlon flink uitbreiden. Gemeenten zien het als een kans op meer banen - en meer reuring, want het bedrijf organiseert graag evenementen. Maar de komst van megastores past niet in het provinciaal beleid, dat voorschrijft dat uitbreiding van de detailhandel bij voorkeur in bestaand winkelgebied moet plaatsvinden. Zuid-Holland haalde daarom een streep door de plannen in Den Haag en Schiedam. In Arnhem is de komst van de Fransen uitgesteld door een rechtszaak van een concurrerend winkelcentrum. De provincie Gelderland wil zich er voorlopig niet mee bemoeien, eerder gebruikte de provincie haar veto wel bij plannen voor een vestiging van klusketen Hornbach.

Zo'n Decathlon-discussie lijkt me een prachtig en actueel thema voor in de verkiezingscampagne. Provinciale partijen die tegen megawinkels zijn, kunnen zich profileren als redders van de geplaagde binnensteden. De voorstanders zouden daar tegen in kunnen brengen dat je leegstand toch niet tegenhoudt. Of dat er niks mis is met detailhandel op autolocaties omdat de meeste mensen zich per auto verplaatsen. Zo zijn er overal ruimtelijke thema's die de gemoederen bezighouden, van woningbouw en parkeren tot windmolens en ontpoldering.

Ruimtelijke ordening is volop politiek, maar het is net of we dat liever verhullen. Ik moest daar ook aan denken tijdens de bijeenkomst Knoop? Punt! afgelopen maandag, waar een manifest werd gepresenteerd om een praktijk van Transit Oriented Development (TOD) van de grond te krijgen. Onderzoeker Wendy Tan hield een inspirerend betoog over knooppuntontwikkeling rond stations. Dat thema krijgt nog weinig handen op elkaar in politiek en bestuur. Ja, er is meer regie nodig en de schotten tussen de verschillende sectoren en budgetten moeten verder worden geslecht. Dat is het bekende verhaal uit de vakwereld. Maar daaraan voorafgaand, zei Tan, moeten we ons eerst afvragen wat we eigenlijk met knooppuntontwikkeling willen bereiken. Het thema moet worden verbonden met de behoeften van burgers. Zoals van ouders die kinderopvang zoeken op de meest geschikte plek, of van senioren die mobiel willen blijven en toegang tot voorzieningen willen houden. Een discussie over de kwaliteit van het leven dus eigenlijk. Als dat geen politiek is.


Decathlon-vestiging in Roeselare (B)

Geen opmerkingen: