Het botert vaak niet tussen de landelijke media en ruimtelijke onderwerpen. Als er bijvoorbeeld weer eens een kritisch rapport is uitgekomen over de aanpak van achterstandswijken, gaan journalisten niet zelf kijken in zo'n achterstandswijk. Ze bellen liever een hoogleraar. Die houdt dan een genuanceerd verhaal, zo genuanceerd dat alle vooroordelen over het 'saaie' vakgebied worden bevestigd. Of ze gaan naar Ella Vogelaar, niet om te praten over de wijken maar om te praten over haar persoonlijke belevenissen als minister. ('En hoe voelde dat nou?'). Want dat is natuurlijk veel interessanter dan de vraag waarom we in Nederland nauwelijks echte ghetto's hebben en of dat misschien toch iets te maken heeft met de investeringen in achterstandswijken.
Afgelopen woensdag was het weer raak. Het programma De Nieuws BV op Radio1 besteedde aandacht aan de discussie over de groei van Amsterdam. Aanleiding was een artikel in Trouw waarin hoogleraren Zef Hemel en Frank van Oort pleiten voor een sterkere groei van de steden. Voor RO-watchers is het een bekende discussie: Nederland zou een echte metropool nodig hebben om internationaal mee te blijven tellen. Amsterdam heeft nooit een eerlijke kans gekregen om die metropool te worden. Nu het stedelijke woonmilieu geliefder is dan ooit, is het tijd om dat recht te zetten.
Hartstikke relevant allemaal en echt een onderwerp voor een nationale nieuwszender. Het gaat immers om een concrete vraag: moeten we blijven bouwen in randgemeenten als Almere, Zaanstad en Haarlemmermeer of moeten we al onze kaarten op Amsterdam zetten? Het begon nog redelijk, met architect Elma van Beek die vertelde dat er in Amsterdam-Noord en Zuidoost nog veel ruimte is om te bouwen. Vervolgens hadden de radiomakers kunnen kiezen voor meer diepgang. Ze hadden kunnen kiezen voor iemand die het er niet mee eens is dat we alle kaarten op Amsterdam moeten zetten. Friso de Zeeuw bijvoorbeeld, die al jaren zegt dat we niet alleen naar de grote steden maar ook naar het tussenliggende gebied moeten kijken. Of Pieter Tordoir, die onlangs samen met Regioplan De veranderende geografie van Nederland uitbracht, een uitgebreid onderzoek waarin de nadruk meer ligt op stedelijke netwerken dan op individuele steden.
Maar dat deed De Nieuws BV niet. Met wie ze wel belden? Met Dries Roelvink en Gerard Cox. Want Roelvink is een Amsterdammer en Cox is een Rotterdammer. En dat is lollig, snapt u, want Amsterdammers en Rotterdammers hebben altijd ruzie met elkaar. Gerard Cox had trouwens helemaal geen zin om te reageren en zei dat ook. Maar die weigering werd gewoon uitgezonden. Dus zelfs als grap was het mislukt, tenzij je het grappig vindt om Gerard Cox te horen zeggen dat hij niet wil meewerken aan een interview. Ik begon te verlangen naar Jack Spijkerman die luisteraars vroeger blij maakte met de mededeling dat ze een kluunwaps hadden gewonnen. En naar publieke media die ruimtelijke thema's de journalistieke diepgang geven die ze verdienen.
18 juni 2015
11 juni 2015
Het hoeft niet met windmolens
Zaterdagochtend voor de ingang van de supermarkt, in gesprek
met een verkoper.
V: Dag meneer. Mag ik vragen waar u aan denkt bij het woord
duurzaamheid?
M: Ehm, nou ja. Aan producten die zijn gemaakt
met respect voor de natuur en het landschap. En voor dieren en mensen.
V: Dat is een mooie omschrijving. Denkt u ook aan energie?
M: O ja, natuurlijk. Duurzame energie.
V: Hoe zou u het vinden om rechtstreeks
energie in te kopen bij iemand die u kent? Gegarandeerd honderd procent
duurzaam en zonder tussenkomst van een grote energieproducent? Zo weet u
precies wat u krijgt en waar het vandaan komt. Het mooiste is dat u ook nog
eens minder betaalt dan bij de grote energiebedrijven. En wij regelen de
overstap.
M: Dat klinkt goed.
V: Dan is dit misschien iets voor u.
(laat een
spreadsheet met kleurige fotootjes zien)
Dit zijn allemaal boeren die bij ons
zijn aangesloten. U kunt er zelf een uitkiezen. Als u bijvoorbeeld denkt: die
vind ik leuk, dan wordt u daar afnemer van.
M: Boer zoekt klant.
V: Haha, precies.
M: Ik heb er wel een probleem mee.
V: En dat is?
M: Ik zie overal windmolens op die plaatjes. En
ik ben wel voor duurzame energie, maar niet zo voor windenergie.
V: O. Waarom niet?
M: Ik snap dat we een energietransitie moeten
maken. Ik snap ook dat windenergie daarin een rol kan spelen. Maar ik vind niet
dat het de hoofdrol moet zijn. Ik vind windenergie een nogal dure en lelijke
oplossing en ik vrees ook dat het technisch snel zal worden ingehaald. Volgens
mij kunnen we die miljarden van Henk Kamp slimmer besteden.
V: Dat laatste ben ik met u eens. Windparken
op zee zijn energiewinning volgens de oude methode, dus grootschalig en met
grote energiebedrijven. En ze zijn inderdaad duur en slecht voor het milieu.
Energie rechtstreeks van de boer is juist een alternatief daarvoor.
M: Maar ik zie op jouw plaatjes allemaal
lachende boeren met één windmolen achter hun rug. Daar redden we het natuurlijk
nooit mee. Er is nu al veel protest tegen de plannen voor windparken op het
land. Dan heb je het nog maar over één tot anderhalf procent verduurzaming van
onze energievoorziening. Met een keuze voor windenergie maak je dus eigenlijk
maar een klein stapje, tegen veel maatschappelijke onrust.
V: Dat ben ik ook met u eens.
M: We zijn het wel vaak eens hè?
V: Ja. Er gaat te veel energie verloren aan de
discussie over windmolens. Wind is inderdaad maar een onderdeel van het hele
pakket. Daarom kun je bij ons ook terecht voor bio-energie. Of je kunt je
aansluiten bij een zonnecollectief, waardoor je niet alleen energie voor jezelf
opwekt maar ook overtollige energie kunt terugleveren aan het elektriciteitsnet
én er geld voor ontvangen. De ontwikkelingen daarin gaan razendsnel.
M: Dus het hoeft niet met windmolens?
V: Dat klopt. Het hoeft niet met windmolens.
M: Waarom maken jullie dat niet veel
duidelijker? In de media lijkt het nu vaak of duurzame energie vooral windenergie betekent. Als je reclamespotjes op TV ziet voor groene energie,
zie je windmolens draaien. Of neem nu die vergelijking met Denemarken die
voortdurend wordt gemaakt. Hoe vaak heb ik dat verhaal nu al niet gehoord over
het Deense wondereiland dat zogenaamd zelfvoorzienend is dankzij windmolens?
Wat er nooit wordt bijverteld is dat er bijna geen kip woont op dat eilandje.
Op ons eigen Texel hebben ze ook een lokale energiecooperatie. Daar halen ze
energie uit zonnepanelen en biomassa en ze doen onderzoek naar getijde-energie.
Er staat precies één windmolen op het eiland. De Texelaars begrijpen dat er
weinig duurzaams is aan stalen reuzen in een kwetsbaar landschap.
V: Maar u bent dus wel geïnteresseerd in duurzame energie
rechtstreeks van de bron?
M: Absoluut.
V: Mag ik dan een folder meegeven?
M: Ik kijk wel op de website. Da's duurzamer hè.
V: Prettige dag nog.
M: Prettige dag nog.
Energieneutrale woningen in Den Hoorn, Texel |
Abonneren op:
Posts (Atom)