Elke verkiezingsstrijd eindigt in
kluitjesvoetbal. Er is een overkoepelend thema dat in de media en
tijdens debatten steeds wordt benadrukt, waardoor het een
zelfversterkend effect krijgt. Bij de landelijke verkiezingen van mei
2002 was het thema 'de mensen in de wijken'. Eerder dat jaar
had Leefbaar Rotterdam de tweede stad van het land veroverd (Andere Tijden maakte er onlangs een uitzending over). Integratie en immigratie waren
onderwerp van het politieke debat geworden. Het gesprek erover was te
lang gevoerd met gemakzuchtige vergelijkingen van het type 'Nederland is altijd een immigratieland geweest, dus er is niets bijzonders aan de
hand'. De plek waar de multiculturele
samenleving het meest zichtbaar was, waren ‘de wijken’. Elke
politicus had het er over. Ze hoefden er niet eens bij te vertellen welke wijken ze bedoelden. Iedereen wist dat het ging over de delen van de grote
steden die het meest waren veranderd door immigratie. Zo was het ook
een soort codetaal; met 'de problemen in de wijken' of 'de pijn van
mensen die hun buurt zien veranderen' werd eigenlijk gezegd dat er iets moest
worden gedaan aan de achterblijvende integratie en aan de instroom
van kansarme immigranten.
In de jaren daarna werden de
immigratie- en integratie-eisen aangescherpt. Er kwam een minister
voor Wonen & Wijken. Er werd flink gebouwd, waarbij het hielp dat
het vaak ging om ruim opgezette na-oorlogse wijken. Er kwamen appartementen met koopwoningen, of juist laagbouw met
tuinen. Versleten scholen en buurthuizen werden vervangen door frisse multifunctionele gebouwen. Anonieme hondenveldjes werden echte parken. Er kwamen meer levendige straten, met winkels en een echt
trottoir.
Het ging beter met de wijken. Dat kon
je niet alleen zien, het werd ook bevestigd door onderzoek.
Zoals in een rapport van het SCP uit 2013 dat op belangrijke punten vooruitgang liet zien:
minder verloedering, minder criminaliteit, minder concentratie van
armoede. Maar het was blijkbaar nog te vroeg om te juichen. De onderzoekers waren zo vriendelijk om de mopperaars te
hulp te schieten: er was wel vooruitgang, maar het kon niet worden
bewezen dat die was te danken aan het beleid. Dat had 'geen meetbaar
gunstig effect' gehad. Een nogal geforceerde redenering, maar het stelde iedereen in staat om tobberig te blijven doen over de
wijken, en dat
gebeurde dus ook. Een simpel bezoek aan Nieuw-West (Amsterdam),
Kanaleneiland (Utrecht), Pendrecht-Zuidwijk (Rotterdam) of Malburgen (Arnhem)
had iets anders geleerd. Of een praatje met bewoners. Onderzoekers of journalisten die met buitenlandse gasten op stap gaan in een van onze wijken, krijgen
steevast als reactie: 'noemen jullie dit een
probleemwijk?'
Amsterdam Nieuw-West |
We zijn vijftien jaar verder en de problemen in de wijken lijken spoorloos verdwenen. Heel af en toe
kom je de term Vogelaarwijk nog tegen in een artikel. In het
politieke debat worden ze zelden nog genoemd. Het thema van
2017 is identiteit. De geografische focus ligt niet langer op de
grote steden, maar op het 'middenland' daaromheen. Nieuwegein, Purmerend, Ridderkerk, Etten-Leur; gewone
plaatsen, niet te klein en niet te groot, waar de gewone burger
woont. Er zijn opvallend veel gemeenten bij waar de proteststem hoog scoort.
Geograaf Josse de Voogd schreef een uiterst leesbare analyse op Sociale Vraagstukken over de electorale geografie van de PVV.
Je kunt het een vooruitgang noemen ten opzichte van 2002, want het middenland is bij elkaar veel groter dan de wijken in de
grote steden. Maar de focus is niet alleen geografisch ruimer geworden, hij is ook diffuser. Bij de wijken ging het nog over concrete problemen, van
criminaliteit tot mensen die hun buren niet meer konden verstaan. De
identiteitsdiscussie is veel vager omdat identiteit een vaag begrip is. Iedereen kan erop projecteren wat hij wil; zie de vele portretjes in de media van mensen die 'de politiek' niet meer vertrouwen en daar ieder hun eigen reden bij hebben. Nog steeds hangt de
multiculturele samenleving boven het debat. Maar waar de nadruk in
2002 nog lag op de confrontatie tussen oude en nieuwe
Nederlanders, ligt die nu op het 'gevoel' dat mensen hebben. Dat van bewoners die
protesteren tegen de komst van een AZC of tegen een handjevol woningen voor
statushouders. Van mensen die hun kennis over asielzoekers, moslims en andere 'anderen' niet uit de
eerste hand hebben, maar uit tweets of Facebookberichten, al dan niet
uit het buitenland, al dan niet fake.
Over de wijken hoor je nooit meer iets.
Goed nieuws is geen nieuws. Partijen zouden het goede nieuws
best kunnen benoemen. De VVD zou de nadruk kunnen leggen op de dalende
criminaliteitscijfers, het terugdringen van de kansarme immigratie en
de komst van meer koopwoningen. De PvdA op het verbeteren van de
leefbaarheid en op het feit dat het mengen grotendeels is gelukt zonder dat het
ten koste ging van de sociale woningbouw. Maar dat doen ze niet.
Want dan moeten ze het hebben over de grote steden, en over dingen
die relatief goed gaan. En dat zijn niet de spelregels bij het
kluitjesvoetbal van 2017.