20 juni 2016

Tegen windmolens? Rare man!

De mens is een kuddedier. We verkeren graag in het gezelschap van gelijkgestemden die ons bevestigen in onze mening. Dat geldt niet alleen voor extremisten op social media die elkaar opjutten met feitenvrij geschreeuw tegen de gevestigde orde. Het geldt net zo goed voor de gevestigde orde zelf. Ook weldenkende en goedbedoelende mensen hebben vooroordelen en taboes. Het debat, of liever het ontbreken daaraan, over windmolens is er een goed voorbeeld van. Een meerderheid van de mensen die zich graag tot verstandig Nederland rekenen heeft al lang geleden besloten dat ze 'voor' zijn. Het lijkt ook zo logisch; klimaatverandering is het belangrijkste probleem van onze tijd, we moeten omschakelen naar duurzame energie en zolang er geen betere alternatieven zijn, is windenergie absoluut noodzakelijk. De Denen en de Duitsers doen het ook, en zo anders dan wij zijn die toch niet?

Dat is al zo'n twintig jaar het frame. Een groot deel van die tijd verbaast het me hoeveel mensen er bereid zijn om een aantal feiten moedwillig over het hoofd zien. Moderne windturbines zijn 150 tot 230 meter hoge industriële installaties. Om een relatief kleine verduurzamingssprong in onze energievoorziening te maken, zo'n anderhalf procent, hebben we er daarvan minstens twaalfhonderd nodig. En dan gaat het alleen over de turbines op het land en in het IJsselmeer, niet die op de Noordzee. Twaalfhonderd Euromasten, met knipperlichten, in letterlijk de laatste open ruimtes die we in dit volle, kwetsbare land hebben. Noem het maar duurzaam.

Het past niet. En dat is de belangrijkste reden waarom de discussie al jaren in cirkels ronddraait. Wordt de weerstand in het ene zoekgebied (Friesland, de kop van Noord-Holland) te groot, dan schuiven we gewoon een stukje op naar een ander zoekgebied (de Veenkoloniën, het IJsselmeer). Omwonenden kunnen participeren en meeprofiteren, horen we al jaren, vooral omdat journalisten dat steeds weer braaf overschrijven van de windlobby. Als blijkt dat bewoners daar zelf heel anders over denken, worden ze weggezet als nimby's of als koppige ‘nazaten van veenboeren’. Alsof er een heel speciale reden moet zijn waarom mensen moeite hebben met de landschappelijke verwoesting van hun omgeving. Wat prettig meehelpt in de zelfbevestiging van de voorstanders, is dat op veel plaatsen de PVV tot de felste tegenstanders behoort. Als díe tegen zijn, dan moet het wel deugen, toch?

En toen was daar het interview met Adriaan Geuze in de Volkskrant van zaterdag 18 juni. 

"GroenLinks en D66 willen windmolens, maar waar wonen hun kiezers? Niet in de gebieden waar de windmolens worden gepland."

"Nederland is te klein en te vol voor windmolens. Misschien moeten we een deal met Scandinavië sluiten om ze daar neer te zetten."

Juist Adriaan Geuze, voor wie Vpro-kijkend Nederland afgelopen zomer stond te juichen toen hij in Zomergasten een aanklacht deed tegen de liefdeloze verrommeling van ons landschap. Alleen had hij het toen over restaurants, bedrijfsloodsen en kantoren langs de snelweg, en dat scheldt toch net even lekkerder dan tegen windmolens. 

De voorstanders geven zich natuurlijk niet zomaar gewonnen. GroenLinks-kamerlid Liesbeth van Tongeren trekt maar weer eens de vergelijking met oud-Hollandse molens uit de kast:


Inderdaad, windmolens werden vroeger al verbannen uit Amsterdam, waarna ze uitweken naar de Zaanstreek waar er op een gegeven moment honderden tegelijk stonden. Maar wat zegt dat over de tien tot vijftien keer zo hoge windturbines in onze tijd?

Volkskrant-journalist Jeroen Trommelen is ook niet blij met het interview in zijn krant:




Maar dat zegt Adriaan Geuze natuurlijk helemaal niet. Hij wijst op het feit dat windmolens voor het weldenkende deel der natie - in overdrachtelijke zin voorgesteld als 'GroenLinks en D66' - een soort geloofsartikel zijn geworden. Hij wijst terecht op de mentale en geografische afstand tussen de elite en de bewoners. Bewoners die moeten toezien hoe hun geboortegrond wordt gebombardeerd tot energieproductielandschap. Die daarbij feilloos in de gaten hebben dat hun gemeente en provincie worden overruled vanuit windmolenvrije, randstedelijke bastions. De reacties van Van Tongeren en Trommelen tonen precies het groepsdenken rond windmolens; wie zich er kritisch over uitlaat, is een on-Hollandse, rare man. Die ligt eruit.

Tenzij het Volkskrant-interview een keerpunt is. Stiekem hoop ik dat Geuze met het windmolendebat doet wat Paul Scheffer zo'n vijftien jaar geleden met het door politieke correctheid verstikte integratiedebat deed: vanuit onverdachte hoek de vastgeroeste kaders van weldenkend Nederland openbreken, zodat iedereen veilig en zonder gezichtsverlies zijn mening kan bijstellen: 'Windturbines? Nee joh, tuurlijk niet. Daar is Nederland veel te klein en te kwetsbaar voor. Heb ik altijd al gezegd.'

15 juni 2016

Kaartlezen (16) - De geografie van Trump


Een van de redenen waarom de Amerikaanse verkiezingen zo fascineren, ligt in het geografische aspect. Het gevecht om de vijftig staten wordt gevoerd als een militaire veldslag. Naarmate de eindstreep in zicht komt, weten de kandidaten precies waar ze moeten zijn met hun campagne-optredens en TV-spots. Waarschijnlijk dat daarom vaak de verschillen in de polls tegen het einde slinken en het toch nog in een spannende race eindigt. De verkiezingsoverwinningen van Obama waren te danken aan het feit dat hij voorheen Republikeinse staten als Florida, Virginia, New Mexico, Colorado en Nevada wist te veroveren. Niet toevallig staten met een sterke groei van immigranten, die eerder geneigd zijn om op de Democraten te stemmen. Na de nederlaag in 2012 was het volgens politiek analisten voor de Republikeinen noodzakelijk om aansluiting te zoeken bij de veranderende demografie van de VS, dat op weg is een land van louter minderheden te worden.

Even leek het erop, toen de Cubaanse immigrantenzoon Marco Rubio en de goed Spaans sprekende Jeb Bush een gooi deden naar de Republikeinse kandidatuur. Maar die werden het niet, zoals we inmiddels weten. Het werd een kandidaat die zei dat Mexico opzettelijk moordenaars en verkrachters naar de VS zendt, dat hij alle elf miljoen Mexicaanse immigranten zonder geldige verblijfspapieren het land uit zal zetten en die na de aanslagen in Parijs opriep tot een totale immigratiestop voor moslims naar de VS.

Is Donald Trump dus kansloos in november tegen Hillary Clinton? Nee, want ook sommige traditionele bolwerken van de Democraten zijn niet meer veilig. Het strijdtoneel verplaatst zich naar de Midwest; de ietwat vage gebiedsaanduiding voor de staten van de grote meren, de eindeloze graanvelden en de prairies. (De Amerikanen zijn het er bijvoorbeeld niet helemaal over eens of Missouri erbij hoort). Het zijn staten met een hoog aandeel blanke en working class kiezers, die weinig vertrouwen hebben in vrijhandel en globalisering nadat ze industriële banen verloren zagen gaan aan landen als China en Mexico. Volgens de Washington Post zou Trump hoe dan ook de volgende vijf Midwest-staten moeten veroveren om te winnen: Indiana, Iowa, Michigan, Ohio en Wisconsin. Het moeilijkst zullen Michigan en Wisconsin voor hem zijn, staten die sinds 2000 steeds naar de Democraten gingen.

                             Spreiding van Amerikaanse bevolking met Mexicaanse roots, US Census 2013

De Mexicaans-Amerikaanse bevolking die Trump tegen zich in het harnas heeft gejaagd, woont vooral in staten die voorlopig nog veilig Democratisch (Californië) of veilig Republikeins (Texas) lijken. Hier profiteert Trump dus van de geografie en van het Amerikaanse kiessysteem: groepen bij wie je impopulair bent, kunnen maar beter geconcentreerd wonen in enkele staten, dan heb je er electoraal het minst last van. De vraag is bovendien hoe erg de kiezers polarisatie vinden. Voor sommigen is het juist de aantrekkingskracht van Trump. Politiek analist Nate Silver - die in 2012 bekendheid kreeg door ruim tevoren de winnaar van alle vijftig staten juist te voorspellen - geeft toe dat hij de nominatie van Trump niet had zien aankomen. Wat hij vooral heeft onderschat, schrijft Silver op zijn blog FiveThirtyEight, is de aantrekkingskracht van de tribal vote. Veel kiezers stemmen niet langer in de eerste plaats vanwege belangen of ideologische standpunten, maar vooral om duidelijk te maken waar ze bij willen horen en waar ze niet bij willen horen. In november zal blijken of Trump erin slaagt om nog een keer te verrassen en genoeg blauwe staten, vooral dus in de Midwest, rood te kleuren.

Verschenen in Geografie, juni 2016

14 juni 2016

Geodicht




De filiaalchefs aan de kust
Houden heus van duin en rust

Maar aan wandelaars verdienen ze niets
Noch aan vrijbuiters op de fiets

De gast moet snacken en een huisje huren
Anders doet-ie het bij de buren

Exploitatie, dat is de sport
Dus schrijft de chef een mooi rapport

Zet hij een hekje om de laatste grasspriet
En noemt het 'een uniek natuurgebied'



3 juni 2016

Kaartlezen (15) - Food op de kaart

We raken niet uitgepraat over voedsel. Sterrenkoks, dieetgoeroes en kookboekenschrijvers zijn de nieuwe helden. Bijna wekelijks verschijnt er een nieuwe superfood, vaak een oude groente of fruitsoort getooid met een nieuwe naam. Voedsel is ook een goede graadmeter geworden voor veranderingen in dorpen, steden of wijken: opeens adverteert de bakker met speltbrood, duiken er speciaalbierwinkels op en zetten restaurants quinoa-salade op het menu.

Onze superfoods zijn dagelijkse voedingsmiddelen voor anderen, soms al sinds de prehistorie. Zoals de eiwitrijke vruchten van de Bataua-palmboom. De oorspronkelijke bewoners van het Amazonegebied gebruikten de vrucht al als voedsel, als basis voor drank, als medicijn en als shampoo. Dankzij de hoge voedingswaarde kan cultivatie van de boom, mits het goed gebeurt, in een groot deel van Zuid-Amerika het lokale dieet verrijken en als substituut voor zuivel dienen.


De kaart toont het verspreidingsgebied van de boom, die snel groeit en het best gedijt als hij de ruimte krijgt. Hij komt uit Food: An Atlas, waarin de relatie tussen voedsel en geografie inzichtelijk wordt gemaakt. (De gratis pdf is hier te downloaden). Zoals je bij een atlas over eten mag verwachten, ziet het boek er 'lekker' uit, met een goede mix van beeld en informatie. Geen droge kost, maar heldere teksten en infographics. Alle aspecten van voedsel komen aan bod. Van productie en consumptie en het wereldwijde gesleep met voedsel tot de culturele identiteit die verbonden is met eten. Er is een wereldkaart van taboevoedsel. Er zijn kaarten van de VS die aantonen dat de bekende indelingen in graanbelt en zuivelbelt in werkelijkheid elkaar overlappende patronen van 'dierlijke' en 'plantaardige' landschappen zijn. Een kaart van de Europese landbouwsubsidies laat in een oogopslag zien dat rijke regio's hiervan meer profiteren dan armere. Veel aandacht is er ook voor lokale voedselinitiatieven, zoals stadslandbouw en lokale markten. Een Argentijnse kaart laat de alternatieven zien voor de soja-monocultuur op de pampas.

De veelzijdigheid van de voedselatlas is te danken aan de manier waarop hij tot stand kwam. De uitgever Guerrilla Cartography is een Amerikaans non-profit netwerk, dat atlassen via crowd funding laat financieren. Wereldwijd worden experts om kaarten gevraagd, die in onderling overleg worden geselecteerd en waar nodig verbeterd. De aanpak levert volgens de makers een ander soort cartografie op; meer persoonlijk en verhalend, over onderwerpen die mensen raken. Binnenkort verschijnt een nieuwe atlas Water: An Atlas.

Verschenen in Geografie, mei 2016