11 april 2015

Modern sprookje

De koning van Paardevijgenland had de wijze bij zich geroepen op het kasteel.
‘Wijze, dit kan niet langer zo doorgaan. Het volk blijft de huizen maar warm stoken met paardevijgen. Het gaat steeds erger stinken. We moeten iets verzinnen.’
De wijze wreef over het gerimpelde voorhoofd.
‘Misschien is er een oplossing, Sire. Ik heb gehoord van Waaibomenland. Daar ruikt het altijd fris, de huizen zijn er altijd warm en de mensen zijn er altijd blij.’
‘En hoe doen ze dat daar?’
‘Met waaibomen, Sire.’
‘Waaibomen?’
‘Jawel, Sire. Dat zijn hele bijzondere bomen. Als je er een tak afzaagt, groeit er meteen weer een nieuwe aan.’
‘Dus als wij ook waaibomen krijgen zijn al onze problemen verdwenen?’ vroeg de koning.
‘Alleen als er genoeg waaibomen komen, Sire. Aan een paar waaibomen heb je niets.’
De koning klapte in zijn handen.
‘Wij krijgen ook waaibomen. Ik zal de boodschapper opdracht geven om het nieuws te verspreiden over het land.’
‘Wijze, hoe hoog kunnen waaibomen worden?’ vroeg het prinsesje, dat nieuwsgierig had meegeluisterd.
‘Wel tien keer zo hoog als de kasteeltoren, hoogheid,’ zei de wijze
‘Wauw!’ riep het prinsesje. ‘Dat is superhoog!’
‘Inderdaad hoogheid, daarom heten ze waaibomen.’

Er ging een hele tijd voorbij. De koning van Paardevijgenland wachtte en wachtte. Tot hij op een dag bezoek kreeg van de dorpshoofden uit het Noorden. ‘Sire,’ zeiden ze. ‘Wij vinden het een uitstekend idee van die waaibomen. Maar begrijpt u, onze dorpen zijn maar klein en de waaibomen zijn zo groot. De boeren zijn bang dat het land onvruchtbaar wordt.’
‘Dus jullie hebben liever paardevijgen?’ vroeg de koning.
‘O nee, Sire,’ zeiden de dorpshoofden. ‘We hebben liever waaibomen. We denken alleen dat het beter zou zijn als ze ergens anders zouden komen.’

Niet veel later kwamen de dorpshoofden van de dorpen aan het Grote Meer langs op het kasteel. ‘Sire,’ zeiden ze. ‘Wij steunen u volledig. Maar onze dorpen zijn maar klein en de waaibomen zijn zo groot. De vissers zijn bang dat alle vissen doodgaan.’
‘Dus jullie hebben liever paardevijgen?’ vroeg de koning.
‘O nee, Sire,’ zeiden de dorpshoofden. ‘Paardevijgen zijn heel ouderwets. We denken alleen dat het beter zou zijn als de waaibomen ergens anders zouden komen.’

Tenslotte kreeg de koning bezoek van de dorpshoofden van de duindorpen.
‘Sire,’ zeiden ze. ‘U bent een groot leider. Maar ziet u, onze dorpen zijn maar klein en de waaibomen zijn zo groot. De kooplieden zijn bang dat de zon niet meer zal schijnen.’
‘Dus jullie willen doorgaan met paardevijgen?’ vroeg de koning.
‘Zeker niet, sire. We willen waaibomen. Maar we denken dat het beter zou zijn als..’
‘Jaja, ik weet het al,’ onderbrak de koning hen.

‘Lukt er dan helemaal niets in dit land!’ riep de koning in zijn kasteel. ‘Nu hebben we nog steeds geen waaibomen en stinkt het nog steeds naar paardevijgen. Was het hier maar net als in Waaibomenland, waar het altijd fris ruikt en de huizen altijd warm zijn en de mensen altijd blij.’
Even was het stil in het kasteel. Toen zei de koning tegen het prinsesje:
‘Dochter, vertel je moeder in de kasteeltuin dat ik op reis ga.’
‘Waar ga je naartoe?’ vroeg het prinsesje.
‘Naar Waaibomenland.’
‘Maar papa, waar ligt dat eigenlijk?’
'Dat weet ik niet,’ zei de koning van Paardevijgenland. ‘Maar het móet bestaan.’

                                                               Afbeelding: NL Architects

1 april 2015

Kaartlezen (6) - Wereldkampioen globalisering


DHL Global Connectedness Index 2014
Globalisering is zo’n veelgebruikte term waarvan iedereen ongeveer weet wat die betekent. Maar ongeveer is niet precies. Ook globalisering kun je meten en in kaart brengen. Een van de onderzoeken waarin dat wordt gedaan is de jaarlijkse Global Connectedness Index, uitgebracht door koeriersbedrijf DHL. Aan de hand van een aantal indicatoren - verkeer van goederen, diensten kapitaal, personen, internet en telefoon - worden trends in globalisering onderzocht. Elk land krijgt een eigen score. In de laatste monitor, met 2013 als peiljaar, staat Nederland bovenaan, voor Ierland, Singapore en België. 

Ondanks de taaie materie is de index een lust voor het oog, met goed leesbare tabellen en inzichtelijke landenkaartjes die laten zien met welke partners elk land handel drijft. De internationale stromen van geld, goederen, mensen en informatie worden in beeld gebracht met fraaie wereldkaarten. Na een lange periode van 'regionalisering', waarbij vooral de relaties tussen omliggende landen toenamen, is de wereld sinds 2005 gestaag aan het globaliseren. De gemiddelde afstand waarover goederen, mensen en kapitaal zich verplaatsen neemt toe. Maar van een 'platte' wereld is nog lang geen sprake, schrijven de onderzoekers. Zo gaat van het internetverkeer nog slechts 17% over landsgrenzen heen. Ook de meeste handel vindt nog steeds plaats in de eigen regio. Zelfs voor Nederland geldt dat meer dan de helft van de export naar vier nabije handelspartners gaat: Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Opkomende wereldmacht China globaliseert sneller dan de meeste Westerse economieën, maar staat nog altijd op een bescheiden 84e plaats, vooral omdat een groot aandeel van de Chinese productie binnenslands blijft. 

De eerste plaats van Nederland is niet alleen maar eervol. De koppositie is voor een deel te danken aan de grote in- en uitgaande investeringsstromen. Voor sommige politici mag het dan gevoelig liggen om Nederland een belastingparadijs te noemen, in de Global Connectedness Index draaien ze er niet om heen: meer dan 70% van de in- en uitgaande buitenlandse investeringen in Nederland komt voor rekening van special financial entities. Het zijn dus geen ‘echte’ investeringen van en in bedrijven, zoals wel het geval is in het verkeer tussen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Daar staan we dan op de kaart, tussen andere grootmachten als de Kaaimaneilanden, Bermuda en de Britse Maagdeneilanden. Helemaal connected met de rest van de wereld via een postbus op de Zuidas.

Buitenlandse investeringen (voorraad)


Verschenen in Geografie, uitgave van het KNAG, april 2015