13 april 2018

Kaartlezen (30) - Een schop in Donalds rug




Bij de verkiezingen voor het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden –  dat samen met de Senaat de volksvertegenwoordiging, het Congres, vormt – zijn de kiezers ingedeeld in 435 kiesdistricten. De winnaar in elk district krijgt een zetel in Washington. Het gaat bij de verkiezingen dus om gebieden en niet om het totale aantal stemmen, net zoals bij de presidentsverkiezingen. Amerikanen houden blijkbaar van politiek met een geografisch tintje. Over die kiesdistricten is een eindeloze discussie gaande. Over hun vorm, om precies te zijn. Die is soms onbegrijpelijk grillig en willekeurig, alsof iemand met koffie heeft gemorst over de kaart. Een mooi voorbeeld is kiesdistrict 7 in de staat Pennsylvania, in en rond Philadelphia. Het heeft als bijnaam ‘Goofy kicking Donald Duck in the back’. Als je goed kijkt, kun je zien waarom.

De gewoonte om kiesdistricten opzettelijk een rare vorm te geven, een praktijk die gerrymandering wordt genoemd, dateert al uit het begin van de negentiende eeuw. De Amerikaanse wet schrijft voor dat kiesdistricten een min of meer gelijke omvang moeten hebben, op dit moment is dat ruim 700.000 inwoners. Maar over welke vorm ze moeten hebben, zijn de regels vager. Daardoor is het ontwerpen van kiesdistricten al twee eeuwen onderdeel van het politieke machtsspel tussen de Democraten en de Republikeinen. Door de grenzen te manipuleren kan de  partij die aan de macht is zichzelf bevoordelen. Je kunt de kiesdistricten zo samenstellen dat je eigen achterban in zo veel mogelijk districten een (kleine) meerderheid vormt. Zo win je een maximaal aantal districtszetels met een minimale meerderheid. Zie het linkerplaatje, waarop blauw alle zetels wint. Omgekeerd is het mogelijk om met een minderheid aan stemmen toch de meerderheid van de zetels te winnen. Zie het rechterplaatje; daarop wint rood de meeste zetels, terwijl de stemverhouding hetzelfde is als op het linkerplaatje.


Dat laatste gebeurde bijvoorbeeld in 2012 in Pennsylvania, de staat met het Goofy/Donald district. De Republikeinen wonnen daar toen 13 van de 18 zetels in het Huis van Afgevaardigden, terwijl ze 48,8% van de stemmen haalden. De Democraten haalden 50,3% maar moesten het met 5 zetels doen. In februari van dit jaar oordeelde de hoogste rechter in Pennsylvania dat de kieskaart bij de komende verkiezingen in november moet worden veranderd. Volgens de rechter is het duidelijk dat grenzen zoals die van kiesdistrict 7 uitsluitend zijn bedoeld om de Republikeinen te bevoordelen, door zo veel mogelijk Democratische kiezers onder te brengen in zo weinig mogelijk kiesdistricten. 

Er moet een nieuwe kieskaart in Pennsylvania komen, eenvoudiger en minder geografisch verbrokkeld. De uitspraak wordt gezien als een overwinning voor de Democratische partij. Die heeft over het algemeen het meest last van gerrymandering omdat hun kiezers sterker zijn geconcentreerd in steden, waar het manipuleren van grenzen grotere aantallen kiezers treft dan in landelijk gebied. Het is dus geen toeval dat President Donald Trump zijn partijgenoten in Pennsylvania op Twitter aanspoorde om de uitspraak aan te vechten: “Your Original (de oude kieskaart, MdJ) was correct! Don’t let the Dems take elections away from you so that they can raise taxes & waste money.”

Verschenen in Geografie, april 2018
https://geografie.nl/tijdschrift/geografie-april-2018



Update: Trumps tweet heeft niet geholpen. De kieskaart van Pennsylvania is aangepast. Het oude district 7 (het groene gebied rechtsonder op het kaartje links) bestaat niet meer.