20 maart 2015

De straat op

Stad & Ruimte, zo heet het tweedaagse programma dat woensdag van start ging op het Hembrugterrein, een stoere locatie langs het Noordzeekanaal die nieuwe bezoekers tegelijk de kans geeft hun mening te vormen over het veelbesproken stationsgebied van Zaandam. Het lijkt bijna een statement om juist op de dag van de provinciale verkiezingen een bijeenkomst te houden over de stad. Toch moest ook CdK in Noord-Holland en IPO-voorzitter Johan Remkes in zijn openingsspeech erkennen dat ruimtelijke ontwikkeling steeds meer tot een lokale zaak uitgroeit. Met de nieuwe Omgevingswet, waarin het principe 'centraal wat moet, decentraal wat kan' is vastgelegd, zal de bestuurscultuur veranderen, al zal dat niet vandaag op morgen zijn. Ruimtelijk beleid, zei Remkes, wordt vooral een zaak van faciliteren van gewenste ontwikkelingen; voor het vasthouden aan 'gedetailleerde ruimtelijke opvattingen' zal steeds minder plaats zijn.

Aanhaken bij nieuwe tijden, dat was de gemene deler tijdens de presentaties. De nieuwe economie bestaat uit circulaire stromen en stroompjes waarin het onderscheid tussen consument en producent vervaagt, zei Ronald van den Hoff, eigenaar van flexibele werkplek-verhuurder Seats2meet. Vragers en aanbieders zijn met elkaar verbonden door social media. Ze zijn weliswaar niet langer gebonden aan vaste werkplekken, maar ze hebben wél een fysieke plek nodig. Dat vraagt om een andere manier van denken over stedelijke kwaliteit dan we tot nu toe gewend zijn. De generatie die na 1980 is geboren doet alleen nog mee als interactie mogelijk is, zei Kai van Hasselt van Shinsekai Analysis. Steden zouden daar rekening mee moeten houden als ze hun toeristische mogelijkheden willen uitbuiten. De rol van de overheid is om voeling te houden met de unieke kwaliteiten in de stad en die te versterken. Denken in doelgroepen is daarbij prima, maar sturen gaat vaak beter op een subtiele manier; zeg bijvoorbeeld niet dat je modestad bent, maar laat niche-kaartjes verspreiden waarop alleen mode-gerelateerde bedrijven staan.

Inspiratie komt soms ook via een verrassende omweg. Historicus Piet Kleij vertelde over de geschiedenis van de Zaanstreek. Die bestond tot 1974 uit zeven kleine gemeenten, waarvan het bestuur nauwelijks een dagtaak kon worden genoemd. Bestuurders deden er van alles bij en naast. De legendarische Zaandamse burgemeester Kornelis ter Laan was neerlandicus en schreef in de vrije uren een woordenboek van het Gronings, dat nog steeds geldt als een standaardwerk. Anderen waren boer, ondernemer of onderwijzer. Zo kwamen ze overal, kenden ze iedereen en wisten ze wat er speelde. Ook de huidige generatie bestuurders, zei Kleij, doet er goed aan om de voelsprieten in de samenleving te steken. Het sloot mooi aan op wat de andere sprekers betoogden. De stedelijke opgave van nu vraagt om lokaal maatwerk. Daar horen politici, ambtenaren en andere stadmakers bij die weigeren om zich vierentwintig uur per dag te laten opslokken door lopende zaken. De stad maak je niet in de vergaderkamer, die maak je op straat.
 

4 maart 2015

Kaartlezen (5) - De geografie van Airbnb


Airbnb in Utrecht, afbeelding OSCity
Meer dan tien miljoen mensen hebben wereldwijd inmiddels gebruik gemaakt van Airbnb, het webplatform waarop particulieren hun woning tijdelijk kunnen verhuren. Het systeem is in hoge mate zelfregulerend. Huurders en verhuurders staan met elkaar in contact, wie meer belooft dan hij waarmaakt mag rekenen op een slechte recensie. Samen met de particuliere taxi-service Uber wordt Airbnb beschouwd als de voorloper van een nieuwe deel-economie. Over de vraag hoe groot de trend precies zal worden en hoe blij we ermee moeten zijn, wordt nog flink gediscussieerd. Duidelijk is in elk geval dat Airbnb het stedelijk ruimtegebruik verandert. Waar hotels voor verblijfstoerisme meestal zijn geconcentreerd in het stadscentrum, of een deel daarvan, liggen Airbnb-adressen meer verspreid over de stad.

Non-profit webplatform OSCity bracht alle Airbnb's in Nederland in kaart. De  interactieve site toont de aangeboden woningen (rood), afgezet tegen reguliere hotelaccommodaties (blauw). Amsterdam is de onbetwiste koploper; de hoofdstad heeft met ruim zesduizend adressen de helft van alle Nederlandse Airbnb's. Die liggen niet alleen in de binnenstad. Inzoomen op de kaart laat zien dat de dichtheid even hoog is, in sommige wijken zelfs hoger, in omliggende wijken  Pas buiten de ringweg A10 neemt het aantal adressen flink af. Het Airbnb-effect versterkt de trend van gentrification, waarbij een steeds groter deel van de stad een kosmopolitisch karakter krijgt. Ook in andere steden is het patroon zichtbaar. Zo doen in Utrecht woonwijken als Wittevrouwen, de Vogelenbuurt en Lombok goed mee met de historische binnenstad. In Vinex-wijk Leidsche Rijn zijn de aangeboden woningen daarentegen op een hand te tellen, net als in groeikernen als Nieuwegein en Houten. Voor de gegevens is gebruikt gemaakt van de Airbnb website (augustus 2014).

Met het succes is er ook kritiek. Airbnb zou valse concurrentie zijn voor echte hotels en de vastgoedprijzen in toch al populaire buurten nog verder opdrijven. Overheden staan voor de opdracht de trend in de bestaande regelgeving te passen. In Amsterdam is vakantieverhuur voor maximaal twee maanden per jaar toegestaan en voor sociale huurwoningen helemaal verboden. Handhaving van die regels is echter lastig en kostbaar. Volgens een schatting van de gemeente zou de stad bij een verscherpte controle ruim drieduizend woningen kunnen 'vrijmaken' voor normale bewoning.

Het in San Francisco opgerichte Airbnb liet onderzoek doen waaruit blijkt dat de website juist een zegen is voor steden. Niet alleen zouden Airbnb-gasten langer blijven en spenderen ze meer dan traditionele hotelgasten, de winst slaat ook neer op niet-traditionele plekken. Inwoners en buurten die eerder niet profiteerden van toerisme, doen dat nu wel. Zo zou meer dan de helft van alle uitgaven van Airbnb-gasten in San Francisco en Sydney worden gedaan in de direct omliggende wijk, die meestal buiten het traditionele hotelgebied ligt. Het zijn natuurlijk resultaten uit een niet-onafhankelijke bron. Maar de kaart van OScity steunt de claim dat Airbnb de geografie van het verblijfstoerisme verruimt. Het geluid van rolkoffers klinkt dankzij het zelf-hotelieren op plaatsen waar het eerder nooit klonk.

Verschenen in Geografie, uitgave van het KNAG, maart 2015