Je hoort steeds vaker dat de
Randstad, of zelfs heel Nederland, eigenlijk als één grote stad moet worden
beschouwd. Sommige organisaties gebruiken het concept al. De toerismebranche, verenigd in Holland Marketing, spreekt over
HollandCity en hoopt zo de drempel voor bezoekers te verlagen om vaker buiten
Amsterdam te kijken. Het bedrijfsleven denkt onder aanvoering van VNO-NCW op nog grotere schaal en
probeert buitenlandse investeerders te werven met de term Tristate City. Nederland
is hier het knooppunt van Europe's #1 urban power center, een
grensoverschrijdende metropool die reikt tot Keulen en Lille.
Als je naar de kaart kijkt, lijkt
het een logische gedachte. Onze samenklontering van steden, stadjes en
buitenwijken beslaat ruwweg de omvang van een grote buitenlandse metropool. De
vergelijking gaat het best op als je de uitwaaierende Amerikaanse steden als
voorbeeld gebruikt. Wie met de auto dwars door Los Angeles rijdt, is inderdaad ongeveer even
lang onderweg als van Amsterdam naar Eindhoven. Neem je Europese of Aziatische steden als
vergelijking – Londen, Parijs, Madrid, Barcelona, Tokio, Seoel – dan is onze ‘wereldstad’ relatief dunbevolkt en ruim van opzet. Door verdedigers van de één-stadgedachte wordt wel geopperd dat dit gebrek aan hoge dichtheden juist een voordeel is en dat we de nog open ruimtes tussen de steden, zoals het Groene Hart, als ‘parken’ moeten zien.
In 2003 schreef ik voor Elsevier
een stuk met de titel ‘Los Angeles in Holland’. Het ging over de Rotterdams-Haagse regio, waar de ruimte bijna ongemerkt was
dichtgegroeid met vinexwijken, bedrijventerreinen, kassen, spoorlijnen en
snelwegen. Een sluipende verstedelijking, die de vraag opriep of we de regio niet beter als één grote metropool konden zien. Een vraag die op dat moment nog werd versterkt
door de aankondiging van de Randstadrail, de sneltram die de binnensteden van
Den Haag en Rotterdam met elkaar zou verbinden.
Een paar jaar geleden maakte ik de rit per Randstadrail tussen de twee steden. De sneltram passeerde nieuwbouwwijken en
restanten van oude dorpskernen: Pijnacker, Berkel en Rodenrijs. Slaperige stations
met ernaast lege vlaktes, parkeerterreinen en bouwkeet-achtige bebouwing
waarvan je moest raden wat het was. Als het klopt dat Den Haag en Rotterdam
samen één stad vormen, dan zou dit dus het geografische hart van die metropool
moeten zijn: een half-stedelijk tussengebied dat je overal in Nederland kunt
aantreffen. Blijkbaar zijn korte afstanden en korte reistijden niet genoeg voor
grootstedelijkheid. En dan is de Haags-Rotterdamse regio nog het gebied waar de
samenklontering het verst is voortgeschreden.
Een vaak gehoord argument
voor de één-stadgedachte is dat die blijkt uit het reisgedrag van mensen. Mensen werken tegenwoordig de ene dag in Amsterdam en de andere in Den Haag en gaan net zo makkelijk naar een concert in Utrecht als in Rotterdam, klinkt het dan, dus laten we dat hele gebied voortaan als één stad zien. Het is typisch
groepsdenken van professionals en een enorme onderschatting van het belang van de ‘echte’ stad. Natuurlijk is er een groep die regelmatig hopt van de ene stad
naar de andere. Maar als je zes keer per jaar een zakelijke afspraak hebt in
een vergadercentrum in Den Bosch, maakt dat je nog geen Bosschenaar. De eigen
stad blijft de belangrijkste schaal waarop de grote meerderheid van de mensen zich beweegt, waar ze uitgaan en waar hun
sociale netwerken zijn. Je laat je hond uit in het stadspark, niet in het Groene Hart.
Wie beweert dat Nederland of de
Randstad één stad is, begrijpt niets van stedelijkheid. Stedelijkheid is een
milieu, een omgeving die zich onderscheidt door een bundeling van kennis,
kapitaal en creativiteit, en dat alles in een hoge dichtheid. We hebben in
Nederland een handvol van dat soort plekken. Het zijn de centra van de grote en
een paar middelgrote steden. Plekken die je ‘grootstedelijk’ of ‘metropolitaan’
mag noemen, zijn er nog minder. Het
feit dat juist die plekken steeds drukker en populairder worden en dat de
huizenprijzen er het hardst stijgen, is een bewijs dat we er te weinig van hebben. Als we Nederland grootstedelijker willen
maken, laten we dan de echt grootstedelijke milieus koesteren en versterken.
En laten we onszelf vooral niet wijsmaken dat Pijnacker er ook één van is.
Niets ten nadele van Pijnacker trouwens, je kunt er vast lekker rustig wonen.
|
Station Pijnacker-Zuid |