23 november 2019

De kosmopolitische zone


Verschenen in Geografie, november/december 2019 
www.geografie.nl




Amsterdam groeit en bloeit, zo onstuimig dat hier en daar al over een tweede Gouden Eeuw wordt gesproken. Het krijgt meer inwoners, wordt welvarender en trekt meer bezoekers. Compleet nieuwe wijken als Haven-Stad en de geplande hoogbouwwijk Sluisbuurt, allebei langs het IJ, zullen de stad rond 2034 boven de één miljoen inwoners tillen. Een kijkje achter de cijfers laat zien dat de groei selectief is. De bevolkingsgroei kwam in de jaren 2015-2017 helemaal voor rekening van immigratie uit het buitenland, met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, India en Italië als belangrijkste herkomstlanden. De stad verloor meer inwoners aan de rest van Nederland dan het daaruit aantrekt. Vooral jonge gezinnen vertrekken na de komst van het eerste of tweede kind naar een omliggende gemeente, waar een ruimere woning nog enigszins betaalbaar is. 

De groei van de stad betekent in de praktijk krimpende kansen voor veel Amsterdammers, of voor degenen die dat willen worden. De kans op een betaalbare woning in Amsterdam is voor veel huizenzoekers zo goed als verdampt. De gemiddelde verkoopprijs van een Amsterdamse woning is vooral sinds 2013 veel sneller gestegen dan in de rest van het land en ligt nu rond de € 450.000. Tegelijkertijd  nam het aantal sociale huurwoningen tussen 2002 en 2017 af met 30.000. Ook gekrompen is het deel van het inkomen dat overblijft nadat de vaste lasten zijn betaald. Amsterdammers zijn gemiddeld 38% van hun huishoudinkomen kwijt aan wonen, een stijging die helemaal voor rekening komt van huurders. Wat verder krimpt is het aantal vierkante meters dat huizenkopers zich kunnen veroorloven. Vorig jaar kreeg je 54 m² Amsterdamse woning voor drie ton, waar dat in 2009 nog 80 m² was. Ter vergelijking: in Utrecht, dat na Amsterdam de meest gewilde woningmarkt heeft, daalde die oppervlakte van 105 m² naar 85 m².

Ook ruimtelijk is er sprake van groei en krimp tegelijk. Een ‘kosmopolitische zone’ schuift langzaam maar zeker op vanuit het centrum naar omliggende wijken als De Pijp, Oost en Oud-West. Buurtwinkels, de bakker en de slager worden er gestaag vervangen door winkels en horecazaken die zich richten op een trendy, welvarend en vaak ook jong en internationaal publiek. Niet toevallig zijn dit ook de wijken met het grootste aanbod aan Airbnb-adressen in de stad. De kans is veel groter dat een Airbnb-toerist in Amsterdam terechtkomt in een wijk die buiten het centrum ligt dan in het centrum zelf. Een goed voorbeeld is de Kinkerstraat in het stadsdeel West, in de volksmond nog vaak Oud-West genoemd. Van oudsher is het een wat volkse winkelstraat, die niet alleen wordt bezocht door bewoners van de omliggende buurt maar ook klanten trekt van de andere kant van de ring, het deel van de stad dat nu Nieuw-West heet. In de afgelopen jaren is er veel veranderd. Nieuwe burgerrestaurants prijzen hun menu van de dag in het Engels aan op klapborden op het trottoir. De kapper heet er barbershop of hairstylist (men €45, women €50). Naast de Chinese massagesalon, die er al sinds mensenheugenis zit, is de flagship store van een hockeymerk neergestreken. 

Je haalt de nieuwe zaken er gemakkelijk uit. Het is een bepaald soort vormgeving en beeldtaal: spaarzaam en stijlvol ingericht met veel zwart en wit, of juist een stoere uitstraling met houten gevels en gouden letters op de ramen. Cosmopolitan chic. Ook de nieuwe tattooshop en frietzaak, met homemade 100% organic fries, zijn van het gestileerde soort. Naast koffieketens als Coffee Company en Bagels & Beans is er ook nog ruimte voor een Italiaanse koffiezaak die in Rome of Napels niet zou misstaan. Een belangrijke aanjager van de vernieuwing in de Kinkerstraat was de opening in 2014 van De Hallen, de voormalige tramremise die snel uitgroeide tot een van de culturele hot spots van Amsterdam. Vanaf dat moment ging het hard. Niet alleen met de komst van nieuwe winkels en horeca, het werd ook drukker en internationaler. Op straat en op de terrasjes van de koffieketens is Engels steeds vaker de voertaal. In de avond slaat de sfeer om, als de straat verandert in een racebaan voor maaltijdbezorgers.

Temidden van die vernieuwde Kinkerstraat is er nog altijd genoeg over van de oude Kinkerstraat: de geldtransferwinkels en kledingreparateurs, de sieraden- en bruidsmodezaken met een Turkse of Marokkaanse klantenkring. Er is de Ten Katemarkt, waar aan het eind van de dag de ‘mooie aardebeien’ luidkeels worden aangeprezen. En er zijn de ketens die je in elke Nederlandse winkelstraat kunt aantreffen, zoals Action, Blokker en Kruidvat. Het is een mix van volks en trendy, van betaalbaar en prijzig. Nog lang geen 9 straatjes in de grachtengordel, waar tussen de galeries en designwinkels nauwelijks nog een bruinbrood te koop is. Het is ook nog ver verwijderd van het meest toeristische deel van de binnenstad, waar de vertoeristing – met als getuigen  quasi-antieke kaaswinkels en eettenten met Nutellapotten in de etalage als lokkertje - heeft geleid tot de maatregel om nieuwe op toeristen gerichte winkels te verbieden. Maar het is ook een momentopname. De vraag is hoe het verdergaat met de straat als de prijzen van winkelvastgoed blijven stijgen en een wijk als Oud-West nog meer dan nu een voortzetting wordt van de binnenstad. Dat ook een markt geen garantie meer is voor buurtbinding en lage prijzen, laat de Albert Cuypmarkt in De Pijp zien. Daar is de oorspronkelijke koopwaar steeds meer ingeruild voor authentic Dutch stroopwaffles en I love Amsterdam-hoodies.




Hoe snel de verandering kan gaan, bewijst de Postjesweg, die in het verlengde van de Kinkerstraat ligt. Dat was altijd een nóg volksere, zeg maar gerust onooglijke winkelstraat waar je alleen kwam als je er echt moest zijn. In 2016 werden daar 26 winkelpanden verkocht aan een vastgoedbelegger, waarna de hele straat werd vernieuwd. Het heeft geleid tot een vorm van patsboem-gentrificatie. In één klap van de kledinghersteller en de spotgoedkope paprika’s naar de hippe kinderkledingwinkel en de concept store voor koffie en kunst tegelijk. Door de opwaardering van de Kinkerstraat en de Postjesweg is een winkellint van de grachtengordel tot aan de ringweg A10 ontstaan. Shoppers kunnen nu letterlijk de halve stad doorkruisen. Helemaal aan het eind, stuit het winkellint op het Rembrandtpark. Voorbij de ijswinkel met handcrafted  popsicles en het terras van restaurant BarTack met quick breakfast ligt, een beetje verscholen om de hoek, de ‘Huiskamer van Rembrandt’. Het is een knusse en gezinsvriendelijke oase met speelplekken en uitzicht op het park, deels mogelijk gemaakt door crowdfunding onder buurtbewoners. Het laat zien dat gentrificatie kan zorgen voor nieuwe ontmoetingsplekken. Maar wel met prijzen die niet voor iedereen zijn weggelegd: negen en een halve euro voor een werkontbijt met wifi, vier euro voor een schaaltje vers fruit voor de kinderen. Op de achtergrond klinkt het zachte geruis van de ringweg, waarachter het andere, nog grotendeels niet gegentrificeerde Amsterdam ligt. 

Het beeld van Amsterdam als een welvarende en kosmopolitische stad is in de afgelopen jaren steeds sterker geworden. Veranderende buurten heten in de media en op makelaarssites al snel ‘opkomend’ of ‘bruisend’. De verleiding is groot om het oordeel over Amsterdam en ‘de Amsterdammers’ helemaal te laten bepalen door de snelle en zichtbare veranderingen in de stad: duur, trendy en losgezongen van de rest van Nederland. Er gaat geen dag voorbij of de hoofdstad wordt getypeerd, soms grappend en soms venijnig, als elitair en verhipt. Zie de ‘witte wijn drinkende Amsterdamse elite’ waarover premier Mark Rutte eerder dit jaar sprak, toen het over de kosten van de energietransitie ging. De suggestie was, zoals vaker, dat Amsterdammers geen benul hebben van de zorgen van gewone mensen in de rest van het land. Maar als je nuchter naar de cijfers kijkt, blijken de meeste Amsterdammers helemaal niet zo welvarend. In het stadsdeel West, waarin Kinkerstraat en Postjesweg liggen, bestaat nog altijd zo’n 40% van het huizenbestand uit, meestal bescheiden, sociale huurwoningen. Nog eens 31% is een particuliere huurwoning en slechts 29% een koopwoning die door de eigenaar wordt bewoond. Het gestandaardiseerde huishoudinkomen, een betere maat voor welvaart dan het gemiddelde inkomen, lag in 2015  in de Kinkerbuurt op 85,6% van dat in heel Nederland. In het stadsdeel West was dat 94,2% en Amsterdam als geheel lag met 101,1% maar net boven het Nederlands gemiddelde.

In publicaties over gentrificatie ligt de focus vaak op displacement, de verdringing van oude bewoners door nieuwe bewoners. De voorbeelden komen uit New York, San Francisco of Londen, waar de oorspronkelijke buurtbewoners door onbetaalbare huren en huizenprijzen worden verjaagd. Het zijn indrukwekkende verhalen, maar ze zijn niet één-op-één vergelijkbaar met wat er in Nederlandse steden aan de hand is. Het kenmerk van Nederlandse steden is juist dat de meeste bewoners gewoon blijven waar ze zitten. Ze zijn dankzij de sociale huursector beschermd tegen al te grote huurstijgingen. En ook als ze geen sociale huurder zijn, is verhuizen vaak geen optie omdat betaalbare woningen overal in de omgeving schaars zijn. In een stad als Amsterdam zitten grote groepen bewoners eerder ‘vast’ dan dat ze met verdringing worden bedreigd. Fysieke verdringing is dan ook slechts één gevolg van gentrificatie. In gentrificatie-onderzoek is er ook sprake van indirecte verdringing, zoals resource displacement: een verlies van passende en betaalbare voorzieningen en van (potentiële) contacten of klanten in de buurt. Of cultural displacement, waarbij er een gevoel van ‘is dit mijn buurt nog wel?’ optreedt. Het zijn subtielere vormen van verdringing, die vaak pas na langere tijd zichtbaar worden. Ze lijken van toepassing op het groeiende Amsterdam: een prijzige, trendy, jonge en ook steeds vluchtiger stad die zijn vleugels spreidt, ook over wijken waar een groot deel van de bewoners niet rijk, jong, trendy of vluchtig is.



3 augustus 2019

Geodicht





Een roze-groen-oranje flits
Is de nieuwe avondspits

Mensgestuurde trapraketten
Behangen met voedselpakketten

Snellen zich van bel naar bel
In dienst van het bezorgkartel

Want eten is een hoop gedoe
En we zijn liever lui dan moe

Dus pak die telefoon en hup
Bestel een Menu Verwende Yup



10 juli 2019

Iconische stedenfoto's


Vorige week bezocht ik  de tentoonstelling van de World Press Photo in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Indrukwekkende beelden in een inspirerender setting dan in de meeste musea, die ik vaak nogal klinisch vind. Op twee aparte wanden werden alle wereldfoto’s van het jaar getoond vanaf 1955. Ook bij andere bezoekers merkte ik dat de blik het meest wordt getrokken naar de foto’s die het bekendst zijn en die een 'groter verhaal’ vertellen. De Vietnamese kinderen die in paniek wegrennen na een aanval met napalm. Tank man die op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing het leger tijdelijk tot stilstand brengt, een plastic tasje in de hand. De winnende foto van dit jaar, met het huilende meisje van wie de moeder aan de Amerikaans-Mexicaanse grens wordt gefouilleerd. Het zijn foto’s die iedereen kent. Hoewel er ook beelden zijn die in het collectieve geheugen gegrift staan zonder dat ze foto van het jaar werden, zoals de vallende man uit een van de Twin Towers en het levenloze lichaam van Alan Kurdi op het strand van Lesbos.   

Later vroeg ik me af of er vergelijkbare foto’s bestaan over steden en stedelijkheid. Mooie beelden van architectuur zijn er genoeg. Maar wat zijn nu echt iconische stedenfoto’s? Beelden die een groter verhaal vertellen over de mens in de gebouwde omgeving? Ik kwam tot deze hoogst persoonljke top vijf.   


São Paulo 



Brazilië is een van de landen met de grootste ongelijkheid tussen arm en rijk. Deze foto uit 2004 van een luxe woontoren in de wijk Morumbi en de favela Paraísopolis in São Paulo werd een symbool voor sociale ongelijkheid in Brazilië en daarbuiten. Hoe zouden de bewoners vanuit hun  balkonzwembad neerkijken op hun stadgenoten aan de andere kant? Met ongemak? Onverschilligheid? Zien ze de favela als een gevaar dat met geweld in bedwang moet worden gehouden, als hete lava die vanaf de heuvel de stad indruipt? Hebben ze hun hoop gevestigd op Bolsonaro, die een militaristische aanpak van de misdaad in de favelas beloofde en zijn verkiezing vooral te danken heeft aan de rijkere helft van de Brazilianen?



Houston



Een luchtfoto uit begin jaren tachtig van downtown Houston, het centrum van de Amerikaanse olie-industrie. Vaak gebruikt om te laten zien hoe een stad volledig kan worden opgevreten door de auto. Achteraf blijkt het ook een snapshot van het absolute dieptepunt. Het midden van dit gebied is inmiddels een park, omringd door nieuwe hoogbouw en een congrescentrum. Daaromheen liggen nog steeds grote parkeervlaktes. Nog altijd niet bepaald stedentripwaardig, maar minder extreem dan toen.



Male


Weinig andere foto's die kwetsbaarheid zo goed uitdrukken. Een hoofdstad van 150.000 inwoners, opeengepakt op een pannenkoek die maar net boven de zeespiegel uitstijgt. Het ongemakkelijke gevoel dat de foto oproept wordt versterkt door de vage kleuren, niet die van het tropisch paradijs uit de vakantiefolder. Een deel van de circa 200 bewoonde eilanden van de Malediven moet worden ontruimd. Op andere eilanden, zoals deze, zijn waterkeringen nodig. Het geld dat daarvoor nodig is, wil de overheid van het land verdienen met de opbrengsten uit toerisme.



Saint Louis, Pruitt-Igoe




Waarschijnlijk de beroemdste sloopfoto uit de geschiedenis. Vaak gebruikt als symbool voor de teloorgang van het modernisme, de stroming van architecten als Le Corbusier met utopische idealen over ‘de nieuwe mens’. Bij een wijk die het nog geen twintig jaar volhoudt, gebouwd tussen 1954 en 1956 en gesloopt in 1972, mag je toch wel spreken van mislukte stedenbouw. Of ligt het genuanceerder? Ook niet-modernistische gebouwen in Saint Louis, en in vele andere Amerikaanse steden, zijn vanaf de jaren zeventig verkrot of gesloopt. In de documentaire The Pruitt-Igoe Myth (trailer op Youtube ) wordt betoogd dat het project ten onder ging aan nalatigheid en gebrek aan onderhoud, waarbij segregatie en geïnstitutionaliseerd racisme een rol speelden.



Venetië




Deze afbeelding is gephotoshopt, al heeft niet iedereen die hem deelt op social media dat door. Maar dat hij onecht is, maakt eigenlijk niet uit. Het gaat om de kracht van het beeld. Een nepfoto kan soms feller de schijnwerper richten op een probleem dan een echte foto. Zie je dit plaatje dan denk je onmiddellijk: overtourism. Venetië als symbool voor het oude, kwetsbare Europa dat dient als selfiedecor voor de rest van de wereld en daaraan dreigt te bezwijken. De foto hieronder, vanuit hetzelfde standpunt en wel echt, is nauwelijks minder huiveringwekkend.


30 maart 2019

Buurtboekenkasten en boekenkastbuurten



In de afgelopen jaren was de bakfiets het symbool voor een bepaald soort mens in een bepaald soort buurt. Een ‘bakfietsbuurt’ was een stadswijk met veel hoog opgeleide en milieubewuste jonge ouders. Was, want inmiddels zijn steeds meer buurten een bakfietsbuurt geworden. Het bijzondere is eraf, de bakfiets is gewoon massaal ontdekt als een handig vervoermiddel. Het linkse imago blijkt niet (meer) te kloppen: jonge ouders die VVD stemmen hebben vaker een bakfiets dan GroenLinks-stemmende ouders.

Tijd voor nieuwe symbolen waarmee een buurt zich kan onderscheiden. Ik nomineer de buurtboekenkast. Al een paar jaar maak ik de wandeling naar een boekenkast een paar straten verderop. Hij staat een beetje verdekt opgesteld op een speelpleintje. Een open houten kast waarin de boeken staan blootgesteld aan regen en wind (op het Zuiden, dat gelukkig wel). Het mooie eraan is dat er geen vooraf vastgestelde regels zijn. Die kast staat er gewoon en je moet als bewoner zelf bedenken hoe je ermee omgaat. Moet je een boek na lezing weer terugzetten, zoals in een bibliotheek? Wel zo aardig als je het echt goed vond, want dan kan een ander er ook van genieten. Maar het is ook weer niet logisch om dat met elk boek te doen, want dan blijft de inhoud van de kast steeds hetzelfde. Voor mezelf houd ik de regel aan dat er voor elk mee naar huis genomen boek iets van hetzelfde kaliber en genre in de kast gaat. Een roman voor een roman, een thriller voor een thriller, Engelstalig voor Engelstalig.

Een buurtboekenkast brengt twee dingen samen. Hij laat zien dat buurtbewoners zelf een voorziening draaiende kunnen houden. Daarnaast is het, anders dan commerciële platforms als AirBnb en Uber, écht een vorm van deel-economie. En het werkt. Elke keer als ik langs ga, zo eens in de maand, is de inhoud ververst. Tussen de pakweg honderd boeken zit bijna altijd wel een parel. Ik vond er het verstilde Meisje in het veen van Koos van Zomeren. Naar de overkant van de nacht van Jan van Mersbergen, een ontroerende carnavalsroman met dronken verteller. Boeiende romans van schrijvers die ik nog niet kende, zoals Brazzaville Beach van William Boyd, waarin de machtsstrijd binnen een groep biologen wordt gespiegeld aan die van de chimpansees die ze bestuderen. En natuurlijk heb je ook mensen die de kast gebruiken om af te komen van WordPerfect voor beginners of de Wijngids 1993.

Een bij-effect is dat ik boeken op een nieuwe manier ben gaan waarderen. In de buurtboekenkast doet het er veel minder toe of een boek of schrijver actueel is. Je hoeft je nooit met lichte tegenzin door een roman heen te worstelen waaraan je twintig euro hebt uitgegeven omdat hij overal werd gehyped. Als een boek niet bevalt, breng je het gewoon terug. Een ander voordeel is dat je eigen boekenkast lekker opruimt. Van mijn Stephen Kings heb ik alleen de tijdreisroman 11.22.63 laten staan, de thrillers konden wel weg. Zo blijft alleen het essentiële over, je eigen canon van de literatuur.

Of het een typisch stedelijk fenomeen is, weet ik niet zeker. Googlen op ‘buurtboekenkast’ laat zien dat er ook aardig wat zijn in kleine kernen, en dat de term zowel wordt gebruikt voor boekenkasten in de open lucht als voor ruilboekenkasten in buurthuizen of wijkgebouwen. Dat er nog maar veel buurtboekenkasten bij mogen komen, net zo lang tot elke buurt een boekenkastbuurt is. Of de boekenwereld er ook zo over denkt, is natuurlijk weer een andere vraag.

20 januari 2019

Geodicht




Mister Cameron's ambition
Was to strengthen his position

Let's have a little poll, he thought
About leaving the EU or not

Because of David's gambles
The Kingdom is a shambles

Please give the reckless snob
A well deserved new job

Send him to the Irish border
To keep order, order, ORDER!