30 maart 2019

Buurtboekenkasten en boekenkastbuurten



In de afgelopen jaren was de bakfiets het symbool voor een bepaald soort mens in een bepaald soort buurt. Een ‘bakfietsbuurt’ was een stadswijk met veel hoog opgeleide en milieubewuste jonge ouders. Was, want inmiddels zijn steeds meer buurten een bakfietsbuurt geworden. Het bijzondere is eraf, de bakfiets is gewoon massaal ontdekt als een handig vervoermiddel. Het linkse imago blijkt niet (meer) te kloppen: jonge ouders die VVD stemmen hebben vaker een bakfiets dan GroenLinks-stemmende ouders.

Tijd voor nieuwe symbolen waarmee een buurt zich kan onderscheiden. Ik nomineer de buurtboekenkast. Al een paar jaar maak ik de wandeling naar een boekenkast een paar straten verderop. Hij staat een beetje verdekt opgesteld op een speelpleintje. Een open houten kast waarin de boeken staan blootgesteld aan regen en wind (op het Zuiden, dat gelukkig wel). Het mooie eraan is dat er geen vooraf vastgestelde regels zijn. Die kast staat er gewoon en je moet als bewoner zelf bedenken hoe je ermee omgaat. Moet je een boek na lezing weer terugzetten, zoals in een bibliotheek? Wel zo aardig als je het echt goed vond, want dan kan een ander er ook van genieten. Maar het is ook weer niet logisch om dat met elk boek te doen, want dan blijft de inhoud van de kast steeds hetzelfde. Voor mezelf houd ik de regel aan dat er voor elk mee naar huis genomen boek iets van hetzelfde kaliber en genre in de kast gaat. Een roman voor een roman, een thriller voor een thriller, Engelstalig voor Engelstalig.

Een buurtboekenkast brengt twee dingen samen. Hij laat zien dat buurtbewoners zelf een voorziening draaiende kunnen houden. Daarnaast is het, anders dan commerciële platforms als AirBnb en Uber, écht een vorm van deel-economie. En het werkt. Elke keer als ik langs ga, zo eens in de maand, is de inhoud ververst. Tussen de pakweg honderd boeken zit bijna altijd wel een parel. Ik vond er het verstilde Meisje in het veen van Koos van Zomeren. Naar de overkant van de nacht van Jan van Mersbergen, een ontroerende carnavalsroman met dronken verteller. Boeiende romans van schrijvers die ik nog niet kende, zoals Brazzaville Beach van William Boyd, waarin de machtsstrijd binnen een groep biologen wordt gespiegeld aan die van de chimpansees die ze bestuderen. En natuurlijk heb je ook mensen die de kast gebruiken om af te komen van WordPerfect voor beginners of de Wijngids 1993.

Een bij-effect is dat ik boeken op een nieuwe manier ben gaan waarderen. In de buurtboekenkast doet het er veel minder toe of een boek of schrijver actueel is. Je hoeft je nooit met lichte tegenzin door een roman heen te worstelen waaraan je twintig euro hebt uitgegeven omdat hij overal werd gehyped. Als een boek niet bevalt, breng je het gewoon terug. Een ander voordeel is dat je eigen boekenkast lekker opruimt. Van mijn Stephen Kings heb ik alleen de tijdreisroman 11.22.63 laten staan, de thrillers konden wel weg. Zo blijft alleen het essentiële over, je eigen canon van de literatuur.

Of het een typisch stedelijk fenomeen is, weet ik niet zeker. Googlen op ‘buurtboekenkast’ laat zien dat er ook aardig wat zijn in kleine kernen, en dat de term zowel wordt gebruikt voor boekenkasten in de open lucht als voor ruilboekenkasten in buurthuizen of wijkgebouwen. Dat er nog maar veel buurtboekenkasten bij mogen komen, net zo lang tot elke buurt een boekenkastbuurt is. Of de boekenwereld er ook zo over denkt, is natuurlijk weer een andere vraag.