15 maart 2018

Kaartlezen (29) - Kloofkaarten

De kloof is opeens niet meer weg te denken uit het debat. We raken niet uitgepraat over de verschillen tussen stad en land, arm en rijk, volk en elite. Ook op kaarten is er een groeiende belangstelling voor kloven te zien. Op internet is een trend aan de gang waarbij amateurs zelfgemaakte kaarten plaatsen op populaire sites als Reddit. Het zijn steeds meerdere kaartjes bij elkaar waarop een land of regio is verdeeld langs simpele scheidslijnen. Hier wonen rustige mensen en hier druktemakers. Hier eten ze graan en hier rijst. Hier komen toeristen, hier niet.
 
Het was ontwerper Yanko Tsvetkov die de trend zette met de Atlas of Prejudice uit 2015. Zijn stijl is overgenomen door andere kaartenmakers, waardoor kloofkaarten direct herkenbaar zijn aan hun felle kleuren, gescheiden door stippellijnen. Het is puur hobbyisme. De bron van de kaart is het brein van de maker, die vaak achter een pseudoniem schuilgaat of zelfs helemaal onvindbaar is. De omschrijvingen bij de kaart zijn soms geestig, soms flauw, soms ronduit grof en soms totaal onbegrijpelijk voor wie het afgebeelde land niet goed kent.
 


Neem de kaartjes van Taiwan. In het noorden houden ze van zout, in het zuiden van zoet, dat is duidelijk (linksboven). Andere kaartjes laten zien dat er volgens de maker ‘oude boeren’ wonen in een deel van het land, die ook nog een onverstaanbare taal spreken. De oostkust van het eiland heeft last van tyfoons, de rest van fijnstof uit China. Maar wat zijn KaoBei engineers? Nazoekwerk levert op dat hier de IT-centra van Taiwan liggen en het zo iets als ‘gestresste ingenieurs’ betekent. 

Hoe vreemd die kloofkaarten soms ook zijn, toch hebben ze hun waarde. Ze herinneren eraan dat er door elk land onzichtbare scheidslijnen lopen.Zet een aantal kaartjes bij elkaar en je krijgt een aardige indruk van hoe bewoners over elkaar denken en welke geografische stereotyperingen daarbij horen. Natuurlijk zijn de kaarten subjectief. Het is niet  de bedoeling dat je ze al te serieus neemt. En als een kaart er echt naast zit, is er altijd nog het zelfreinigend vermogen van de internetgemeenschap. Dan kan de maker rekenen op reacties of komt er een verbeterde of nieuwe versie. Zo blijft de kloof tussen 'flauwekul' en 'interessant' ook weer binnen de perken.

Verschenen in Geografie, maart 2018

Een verzameling kloofkaarten is te vinden op  https://www.vividmaps.com/category/mapping-stereotypes

9 maart 2018

Geodicht



Ik ben Jan de huurder
Mijn woning werd steeds duurder

Toch blijft er maar gezwam
In zeepbel Amsterdam

Waar de middenklasse niks kan kopen
En bellenblazers hopen

Dat dit probleem voorbijgaat
Als je lelijk over mij praat

Kom eens kijken voor de grap
Twee kamers en een steile trap

Wil je dààr echt in
Met je modelgezin?



11 januari 2018

Kaartlezen (28) - Vaarwel stad





Deze kaart van de Randstad levert een bekend beeld op. De vier grote steden horen bij de ene groep (geel) en de meeste andere gemeenten bij de andere (groen). Dan moet het wel iets met groei te maken hebben, denk je al snel. Want overal lezen en horen we dat de steden ongekend populair zijn en onstuimig groeien. De stad is the place to be, vooral voor jongeren. Hier is de verrassing: de kaart toont precies het omgekeerde. Hij laat de ontwikkeling zien van het aantal huishoudens van jonge dertigers (30-34 in 2011) met of zonder kinderen, in de periode 2011-2016. Geel is krimp, groen is groei. De vier grote steden verliezen juist dertigers, net als de studentensteden Delft en Leiden. Bijna alle andere gemeenten trekken jonge huishoudens aan. Je moet goed zoeken naar uitzonderingen. Slechts een paar kleinere gemeenten, waaronder Lisse en Gouda, slaagden er niet in om huishoudens uit deze groep te winnen.

De kaart is gemaakt door onderzoeks- en adviesbureau RIGO en komt uit de serie ‘Veel voorkomende misverstanden over de woningmarkt’. Een van die misverstanden is dus dat het aantal jongeren in de steden enkel toeneemt. Dat geldt misschien voor bepaalde groepen, zoals studenten en jonge buitenlandse werknemers, maar niet voor jonge gezinnen. Er zijn een paar verklaringen. Voor een deel is de uittocht van dertigers een inhaaleffect. Door de crisis bleven mensen langer zitten waar ze zaten. Een deel van de verhuizingen kwam bovendien terecht in grote Vinex-wijken die bij de stad horen, zoals Leidsche Rijn (Utrecht), Nesselande (Rotterdam) en IJburg (Amsterdam). Die effecten zijn nu deels uitgewerkt. En juist omdat de stad zo populair is, de huizenprijzen er zo snel zijn gestegen en er relatief weinig grotere woningen met tuin zijn, betekent verhuizen voor jonge gezinnen meestal een vertrek uit de stad.

Altijd goed als bestaande ideeën op hun kop worden gezet met nuchtere feiten. Helemaal als die feiten op een overzichtelijke kaart worden gepresenteerd. Het toont aan hoe je moet oppassen met algemene termen als groei, jongeren en aantrekkingskracht. Wat kaarten en statistieken dan weer minder goed laten zien, is hoe mensen zich voelen. Achter elke verhuizing schuilt een verhaal. Hoeveel stadverlaters zouden er balend in de trein of auto zitten, verlangend naar de tijd dat ze nog op de fiets sprongen naar hun werk in de stad? Hoeveel zijn er juist elke dag weer blij met hun huis met tuin? Het is van alle tijden dat mensen de stad verruilen voor een ruimere en rustigere woonomgeving. En ook dat je als huizenzoeker niet alles tegelijk moet willen, want het spreekwoordelijke boerderijtje in de Kalverstraat bestaat alleen in sprookjes. Maar toch: in hoeverre is die trek uit de stad van jonge gezinnen nu een positieve keuze en in hoeverre is het een noodgedwongen suburbanisering van mensen die eigenlijk stedelijker zouden willen wonen? Er is maar één manier om erachter te komen: vraag het ze. Niet vluchtig en vlak na de verhuizing,maar in een onderzoek dat verder kijkt. Echt een klus voor geografen.

Verschenen in Geografie, januari 2018

11 december 2017

Kaartlezen (27) - Het dier als cartograaf


In de tv-serie Nederland van Boven was een paar jaar geleden ‘De dag van de meeuw’ te zien, over een meeuwenmoeder op Texel die ’s ochtends naar Amsterdam vliegt om daar uit vuilnisbakken in het centrum te snacken en ’s middags via de Noordzee weer terugkeert naar haar jongen. Wie het filmpje eenmaal heeft gezien, kijkt nooit meer hetzelfde naar een meeuw. Dieren leveren bijzondere kaarten op. Voor het menselijk oog lijken hun verplaatsingspatronen al snel willekeurig, alsof ze maar wat rondzwerven. Maar achter al die kronkellijnen zit een verhaal. Dieren gaan waar het veilig is, waar voedsel is en waar ze soortgenoten kunnen vinden of ontwijken. En net als mensen kunnen ze individueel enorm van elkaar verschillen. De één komt niet van zijn plek, de ander trekt eropuit.

De kaart die hier is afgebeeld, toont de noordoostelijke punt van Australië, het Cape York Peninsula. De kleurige lijnen zijn de verplaatsingen van vijf krokodillen die werden gevolgd met een elektronisch implantaat onder de huid. Je ziet dat twee krokodillen nauwelijks van hun plaats komen, twee andere zwemmen langs de kust en de vijfde beweegt zich in een lange rivier. De kaart is afkomstig uit het boek Where the Animals Go van James Cheshire en Oliver Uberti, dat dit jaar de prijs won van de British Cartographic Society voor de beste bijdrage op cartografisch gebied (link). De atlas brengt het ruimtelijk gedrag van vijftig diersoorten in kaart en geeft daarbij uitleg. Er zijn slangen die de Himalaya oversteken en een eenzame wolf die de Alpen doorkruist op zoek naar soortgenoten. Er is een albatros die in drie maanden een ‘rondje Antarctica’ doet, met tussenstops op diverse eilanden. Net als de krokodillen heeft hij soortgenoten die minder ver van huis gaan. De dieren in het boek zijn niet alleen gevolgd door ze te taggen, maar soms ook met verborgen camera’s. Zo ontdekten de onderzoekers dat het aantal jaguars in Peru veel kleiner is dan eerder werd gedacht. Bij waarnemingen van jaguars blijkt het vaak te gaan om hetzelfde dier dat zich verplaatst over grote afstanden.

De makers van de atlas hopen dat de kaarten helpen om de vaak moeizame relatie tussen mens en dier te verbeteren. De krokodillenkaart is daar een goed voorbeeld van. De grootste mannetjes en de vrouwtjes hebben hun eigen territorium en verplaatsen zich over kleine afstanden. De krokodillen die het vaakst in aanraking met mensen komen, zijn de exemplaren die grote afstanden afleggen op zoek naar een eigen territorium. Maar die zijn het minst gevaarlijk, en bovendien blijkt het weinig zin te hebben om ze te verplaatsen. Op de kaart is te zien hoe zo’n ‘probleemkrokodil’ werd vervoerd (het kaarsrechte rode stippellijntje) naar de andere kant van het schiereiland. Het dier zwom binnen een maand rond de hele kaap weer terug naar zijn oude plek, over een afstand van ruim vierhonderd kilometer.




Verschenen in Geografie, december 2017