Afbeelding: Nominet (2016) |
Iedereen die over het web surft, is er vast wel eens een
tegengekomen: een website die op .tk eindigt. Het piepkleine
Tokelau, drie atollen in de Pacific die staatsrechtelijk bij
Nieuw-Zeeland horen, is de onbetwiste grootmacht als het gaat om
landenextensies. Op een bevolking van 1400 zielen zijn er 31 miljoen
websites met een .tk-extensie. Al die sites staan geregistreerd bij
hetzelfde bedrijf, opgericht door een Nederlander. Het geheim van het
succes is dat de domeinnamen helemaal gratis zijn. De extensie is
vooral populair bij inwoners van opkomende landen als India en
Vietnam, die een eigen site willen hebben zonder er voor te hoeven
betalen. Of ze daar vervolgens ook echt iets mee doen, is de vraag.
Dat hoeft ook niet van de eigenaar. Die gebruikt de sites om
advertenties op te zetten. Een deel van de opbrengst daarvan gaat
naar de Tokelause overheid. Zo is .tk verreweg het belangrijkste
exportproduct van de eilandengroep. Op de wereldkaart van
landenextensies komen we nog meer van zulke exoten tegen. De letters
.cc staan voor de Cocos-eilanden en de extensie .tv, die
daadwerkelijk door televisieprogramma's wordt gebruikt, hoort bij
Tuvalu.
De kaart is gemaakt door Nominet, een Britse domeinnaam-aanbieder (een grote versie van de kaart is hier te vinden). Kijken we naar de meer reguliere landen, waar het aantal sites een
betere afspiegeling is van de websitedichtheid in het land zelf, dan zien we dat Nederland met .nl hoog scoort: een vijfde plaats met ruim 5,6
miljoen websites. Naast Tokelau zijn alleen .cn (China), .de
(Duitsland) en .uk (Verenigd Koninkrijk) groter. Ook Colombia doet
het goed met .co, mede omdat die letters behalve voor het land ook voor
'company' kunnen staan. Een ander land met een populaire extensie is Montenegro (.me). Een uitschieter naar beneden is de Verenigde
Staten, waar .com populairder is dan de landenextensie .us.
Het ziet er vreemd uit, zo'n true size map
waarop kleine landen worden opgeblazen en grote landen krimpen.
Waarom zou je gebiedsgrootte gebruiken om informatie weer te geven
die niets met gebiedsgrootte heeft te maken, zoals in dit geval het
aantal websites? Er is wel een reden te bedenken. Juist omdat we
gewend zijn aan een 'normale' kaart, kan een kaart met vervormde
landen je met een frisse blik naar informatie laten kijken. Een mooi
voorbeeld is de uit blokjes opgebouwde wereldkaart waarop elk blokje
een miljoen inwoners weergeeft. Het zal niemand verrassen dat China
en India die kaart domineren, maar doordat je ziet hoe groot die twee
landen opeens worden, besef je het nog beter dan wanneer je het in
getallen ziet uitgedrukt. Een ander voorbeeld zijn de kaarten van
verkiezingsuitslagen. Op een normale kaart lijkt het al snel alsof
partijen die hoog scoren in dunbevolktere gebieden het goed doen,
zoals de Republikeinen in de VS of het CDA bij ons. Pas als gebieden
worden ingekrompen of opgeblazen in relatie tot hun daadwerkelijke
scores, zie je de echte verdeling.
True size maps kunnen informatie op een overzichtelijker manier presenteren dan bijvoorbeeld een lijst of een grafiek. Stel dat je wilt weten wat de extensie van Griekenland is, hoeveel websites die hebben en hoe het land scoort ten opzichte van andere landen. Je ogen gaan naar Griekenland op de kaart en je weet alles in een keer. De kaartlezer moet uiteraard wel Griekenland kunnen vinden. Daarom zijn true size maps alleen bruikbaar als het normale kaartbeeld niet te veel wordt verstoord. Op deze kaart is dat slim opgelost door de continenten afzonderlijk weer te geven. Het is een gelukje dat de uitschieter in de Pacific ligt. Als Tokelau midden in Europa had gelegen, was de kaart waarschijnlijk zo vreemd geworden dat niemand er nog iets in had herkend.
Verschenen in Geografie, maart 2017
Amerikaanse verkiezingen 2016. Op de gewone kaart links lijkt het alsof rood (Trump) ruim heeft gewonnen van blauw (Clinton), op de true size map rechts is de echte verdeling te zien |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten