Afbeelding: De Volkskrant |
Wat je ook kunt zeggen over de klimaatverandering, het zorgt in
elk geval voor een terugkeer van de ruimtelijke ordening. Even leek Nederland
wel zo’n beetje klaar. Maar de stijgende zeespiegel en de noodzaak van schone
energie en een natuurvriendelijker landbouw vragen opnieuw om een grote
verbouwing. De laatste tijd verschijnen er regelmatig kaarten van een
toekomstig Nederland. Vaak staat het Westen daarin onder water, waarbij in
het beste geval nog een paar steden zijn bewaard. Amsterdam als Venetië, maar
dan echt.
Een team onderzoekers van Wageningen University maakte een
toekomstvisie van hoe Nederland er over honderd jaar uit zou kunnen zien. Het
wordt vooral groener, met flink wat aanplant van bos. De duinen worden
versterkt, de Noordzee wordt intensief gebruikt als wingewest voor energie en
duurzaam voedsel, met oesters en zeewierteelt op windmolenparken. Steden
groeien alleen nog in het hogere deel van het land. In Brabant komt er zelfs
een hele nieuwe stedenrij bij, de ‘randzandstad’.
Op het artikel in de Volkskrant en de
bijbehorende kaart kwamen veel positieve reacties. Er is opluchting dat er
niet eens zo veel verandert. Het ziet er aantrekkelijk uit, een land met
meer bos en water. De grote steden worden doorsneden door dikke groene en
blauwe aders, wat meteen vriendelijker oogt. De vele kleine steden liggen half
verscholen in het bos, als huisjes in een recreatiepark. En daar houden mensen van. Er is nog iets: de bebouwing is bruin
gekleurd. Daardoor valt ze bijna niet op en lijkt het alsof ze opgaat in de
natuur. Als experimentje heb ik een paar uitsneden gemaakt en de steden rood
gekleurd in plaats van bruin. Dan zie je opeens beter hoe verspreid de
bebouwing is ingetekend.
Brabant wordt nog meer dan
nu een stedenzwerm van kleine en middelgrote kernen. In het Noorden mogen
plaatsen als Hoogeveen, Assen en Drachten uitdijen tot enorme afmetingen. Het
totale oppervlak aan stedelijke bebouwing neemt dus flink toe in het Nederland
van het Wageningse team. Een vreemde keuze voor een visie die in het teken
staat van duurzaamheid. Als de bebouwing zo verspreid wordt, hoeveel
ruimte blijft er dan écht over voor de natuur en voor natuurlijke landbouw?
Want bestaande kernen zullen blijven bestaan. Mensen zullen werken, recreëren
en zich verplaatsen in het omliggende gebied, dat natuurlijk niet zo
netjes leeg zal zijn als op de kaart.
De
Wageningse onderzoekers hebben duidelijk niet veel met grootstedelijkheid en
dichtheid. Dat blijkt ook uit het artikel in de Volkskrant, waarin één van de
teamleden zegt dat een metropool ‘niet in de Nederlandse cultuur past’ en dat
‘mensen in kleine steden gelukkiger zijn’. Het zijn opmerkingen die helemaal
passen in de Nederlandse planningstraditie. We hebben ons land altijd heel
gelijkmatig gehouden. De groei van de grote steden is afgebogen naar suburbane
groeikernen. We hebben vinexwijken gebouwd die in naam onderdeel zijn van de
stad maar in de praktijk toch vaak zeeën van kleinstedelijke en dorpse
laagbouw. En nu is het een self fulfilling prophecy geworden: Nederlanders
houden niet van grootstedelijkheid. Dus op een toekomstkaart gaan we geen
spannende dingen doen met grote steden waarin de voordelen van stedelijke
verdichting, zowel ecologisch als in andere opzichten, worden benut. Dan
tekenen we liever een vriendelijk ecodorp, op een kaart waarbij iedereen direct
een vakantiegevoel krijgt.
Op deze pagina meer uitleg over het
project en een grote versie van de toekomstkaart Nederland in 2120.