7 januari 2020

Nederland in 2120


                                                                                                                    Afbeelding: De Volkskrant

Wat je ook kunt zeggen over de klimaatverandering, het zorgt in elk geval voor een terugkeer van de ruimtelijke ordening. Even leek Nederland wel zo’n beetje klaar. Maar de stijgende zeespiegel en de noodzaak van schone energie en een natuurvriendelijker landbouw vragen opnieuw om een grote verbouwing. De laatste tijd verschijnen er regelmatig kaarten van een toekomstig Nederland. Vaak staat het Westen daarin onder water, waarbij in het beste geval nog een paar steden zijn bewaard. Amsterdam als Venetië, maar dan echt. 

Een team onderzoekers van Wageningen University maakte een toekomstvisie van hoe Nederland er over honderd jaar uit zou kunnen zien. Het wordt vooral groener, met flink wat aanplant van bos. De duinen worden versterkt, de Noordzee wordt intensief gebruikt als wingewest voor energie en duurzaam voedsel, met oesters en zeewierteelt op windmolenparken. Steden groeien alleen nog in het hogere deel van het land. In Brabant komt er zelfs een hele nieuwe stedenrij bij, de ‘randzandstad’. 

Op het artikel in de Volkskrant en de bijbehorende kaart kwamen veel positieve reacties. Er is opluchting dat er niet eens zo veel verandert. Het ziet er aantrekkelijk uit, een land met meer bos en water. De grote steden worden doorsneden door dikke groene en blauwe aders, wat meteen vriendelijker oogt. De vele kleine steden liggen half verscholen in het bos, als huisjes in een recreatiepark. En daar houden mensen van. Er is nog iets: de bebouwing is bruin gekleurd. Daardoor valt ze bijna niet op en lijkt het alsof ze opgaat in de natuur. Als experimentje heb ik een paar uitsneden gemaakt en de steden rood gekleurd in plaats van bruin. Dan zie je opeens beter hoe verspreid de bebouwing is ingetekend.





Brabant wordt nog meer dan nu een stedenzwerm van kleine en middelgrote kernen. In het Noorden mogen plaatsen als Hoogeveen, Assen en Drachten uitdijen tot enorme afmetingen. Het totale oppervlak aan stedelijke bebouwing neemt dus flink toe in het Nederland van het Wageningse team. Een vreemde keuze voor een visie die in het teken staat van duurzaamheid. Als de bebouwing zo verspreid wordt, hoeveel ruimte blijft er dan écht over voor de natuur en voor natuurlijke landbouw? Want bestaande kernen zullen blijven bestaan. Mensen zullen werken, recreëren en zich verplaatsen in het omliggende gebied, dat natuurlijk niet zo netjes leeg zal zijn als op de kaart. 

De Wageningse onderzoekers hebben duidelijk niet veel met grootstedelijkheid en dichtheid. Dat blijkt ook uit het artikel in de Volkskrant, waarin één van de teamleden zegt dat een metropool ‘niet in de Nederlandse cultuur past’ en dat ‘mensen in kleine steden gelukkiger zijn’. Het zijn opmerkingen die helemaal passen in de Nederlandse planningstraditie. We hebben ons land altijd heel gelijkmatig gehouden. De groei van de grote steden is afgebogen naar suburbane groeikernen. We hebben vinexwijken gebouwd die in naam onderdeel zijn van de stad maar in de praktijk toch vaak zeeën van kleinstedelijke en dorpse laagbouw. En nu is het een self fulfilling prophecy geworden: Nederlanders houden niet van grootstedelijkheid. Dus op een toekomstkaart gaan we geen spannende dingen doen met grote steden waarin de voordelen van stedelijke verdichting, zowel ecologisch als in andere opzichten, worden benut. Dan tekenen we liever een vriendelijk ecodorp, op een kaart waarbij iedereen direct een vakantiegevoel krijgt. 

Op deze pagina meer uitleg over het project en een grote versie van de toekomstkaart Nederland in 2120.

Geen opmerkingen: