10 september 2013

Bellezza

Aan het begin van de zomer bezocht ik in het Amsterdamse Filminstituut EYE een studiemiddag over Transit Oriented Development (TOD), de internationale vakterm voor wat wij bundeling of knooppuntontwikkeling noemen. De middag werd georganiseerd door de TaskForce Mobiliteit en Ruimte, een netwerk van professionals uit de overheid- en de vervoerswereld die zich gezamenlijk inzetten voor knooppuntontwikkeling. De hoofdsprekers waren Peter Hartoft-Nielsen van het Deense ministerie van Milieu en Ennio Cascetta, hoogleraar vervoersplanologie aan de Universiteit van Napels. Hun lezingen vulden elkaar goed aan. Hartoft-Nielsen hield een overtuigend verhaal, onderbouwd met veel cijfers. Een verhaal zoals wij dat zouden houden. (Dat wil zeggen: als we zo’n succesverhaal in Nederland hadden.) In Kopenhagen werd het proximity to station beleid in 1989 ingevoerd. De ervaring heeft geleerd dat er een belangrijke grens ligt op zo'n zeshonderd meter afstand van een metrostation. Binnen deze cirkel is het OV-gebruik van forensen twee keer hoog als daarbuiten. Vanaf 2007 staat het ruimtelijk beleid in het teken van de leefbare stad, met harde doelen over het terugdringen van het aantal autokilometers. De groei van Kopenhagen slokt sindsdien nog maar 100 hectare per jaar op. De focus op bundeling langs metrolijnen maakt zowel de ontwikkeling uit grondverkoop door gemeenten als de exploitatie van de metrolijn rendabel. De komende jaren wordt het metrosysteem uitgebreid met een lijn die de ‘vingers’ met elkaar verbindt.

Toen het de beurt was aan Cascetta werd hier en daar besmuikt gegrinnikt in de zaal. Niet zo vreemd, want de combinatie ‘trein’ en ‘Napels’ is sinds het Fyra-debacle op zijn minst pikant te noemen. Maar de scepsis verdween al snel, want ook de Napolitaanse metro is een succes. Napels kreeg zijn eerste echte metrolijn pas in 1993. In 2001 werd het systeem verknoopt met het regionale openbaar vervoer, waarvoor vijf vervoerbedrijven gingen samenwerken als Metronapoli. Het netwerk van twintig stations wordt de komende jaren uitgebreid naar achtendertig. Het meest opvallende aspect aan de Napolitaanse metro is de vormgeving. Cascetta toonde de ene prachtige foto na de andere. Het oudste deel van de lijn is omgedoopt tot Il Metrò dell'Arte. Acht stations zijn ingericht door bekende architecten en doen dienst als tijdelijke expositieruimte. Vorig jaar riep de Britse krant The Telegraph station Toledo uit tot mooiste metrostation ter wereld. De bedoeling is om nog meer stations een artistieke uitstraling te geven. Normaal zou je verwachten dat de vormgeving slechts een voetnoot is in het grote geheel, maar langzaam werd duidelijk dat de trots van de Napolitanen op ‘hun’ metro een essentieel onderdeel van het succes is. Het herinnert eraan dat stations behalve functioneel ook aantrekkelijke verblijfplaatsen moeten zijn.

Napoli Toledo
Napoli Mater Dei
In Nederland kunnen we nog veel vooruitgang boeken met TOD. Zie de ingewikkelde geschiedenissen van de Regiotram in Groningen en de RijnGouwelijn in Zuid-Holland. De stadsregio Arnhem-Nijmegen deed een moedige poging om de ontwikkeling in nieuwe wijken te concentreren bij OV-knooppunten. Het bouwen van stations is gelukt, maar bundelen bleek een lastige opgave. De eerste huizen kwamen precies op de grootste afstand van de stations en programma’s voor winkels, kantoren en andere voorzieningen werden uitgekleed. De RandstadRail tussen Den Haag en Rotterdam is een succes wat betreft de reizigersaantallen maar (nog) niet als leidraad voor ontwikkeling. Uit eigen onderzoek van de provincie bleek vorig jaar dat de meerderheid van de nieuwe woningbouwlocaties in de Zuidvleugel slecht tot matig bereikbaar is met hoogwaardig openbaar vervoer. Blijkbaar zit het nog onvoldoende in onze planningcultuur ingebakken om ontwikkeling en vervoer met elkaar te verknopen. De professionals willen graag. Maar de vraag die in EYE werd gesteld is of we op regionale schaal voldoende organisatorisch vermogen hebben. In de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad komen vervoersregio’s, maar andere stadsregio’s raken hun eigen middelen voor verkeer en vervoer juist kwijt.

Deens pragmatisme vermengd met Italiaanse bellezza, het zou een prima recept zijn voor Nederland.

Geen opmerkingen: