Het einde van de auto wordt steeds
vaker en steeds luider aangekondigd. In elk geval van de auto zoals we die
kennen. Slimme autodeelprogramma's en taxi-apps als Uber kunnen het
bezit van een eigen auto straks in theorie overbodig maken. Jongeren rijden al
minder dan voorgaande generaties en hebben minder vaak een rijbewijs. Bij de
overheid zijn ze nog niet helemaal rijp voor drastische conclusies. Volgens het
KIM, het onderzoeksinstituut van het ministerie van I&M, zou de verminderde
populariteit van de auto onder jongeren heel goed een kwestie van uitstel
kunnen zijn. De titel van hun onderzoek Niet autoloos, maar auto later zegt
genoeg. Van een fundamenteel andere houding ten aanzien van de auto onder
jongeren is geen sprake, schrijven de onderzoekers.
Toch wel opvallend, die
relativering. Nog maar kort geleden vertelden we elkaar horrorscenario's over
naderende verkeersinfarcten. Er is een moeizame geschiedenis van plannen voor
wegbeprijzing en wegverdeling die moesten voorkomen dat Nederland stil kwam te
staan. Je zou daarom verwachten dat de afnemende automobiliteit wat
enthousiaster wordt ontvangen. Voor de groep jonger dan 35 is het veel meer dan
een tijdelijk crisis-effect. Het aantal autokilometers per persoon in die groep
is sinds 2005 aan het dalen, het aantal autoritten daalt al langer. Onder jonge
twintigers is de trend nog sterker. Gaat die generatie echt 'de schade
inhalen'? Het lijkt bijna of de onderzoekers van Schultz niet willen
geloven dat het autogebruik over zijn top heen is.
Tegenover het dalende
autogebruik staan weer andere feiten. In de afgelopen tien jaar is het aantal
arbeidsplaatsen op snelweglocaties 2,5 keer zo snel gegroeid als op multimodale
knooppunten, blijkt uit recente cijfers van het PBL. Er zijn grote regionale
verschillen: in Noord-Holland lukt het wel om de banengroei te concentreren
rond stations, maar in Noord-Brabant en Gelderland zit bijna alle
werkgelegenheidsgroei langs de snelweg. Je kunt daar van alles bij denken.
Bijvoorbeeld dat provincies en gemeenten te slap zijn in hun ruimtelijk beleid,
met als gevolg dat voor de groeiende groep jonge autolozen de banen letterlijk
verder weg komen te liggen. Maar het is in elk geval geen bewijs dat de auto
minder belangrijk wordt.
Meeste nieuwe banen langs de snelweg, behalve in Noord-Holland |
Voorlopig onbeslist dus, deze strijd. Ongetwijfeld zit
er bij het uitroepen van het einde van de auto een portie wishful thinking.
In de wereld van opiniemakers en duurzaamheidsdenkers is het dominante geluid
dat autorijden iets is dat eigenlijk niet helemaal hoort. Een klassieker op symposia
is de vraag 'Wie is er vandaag met de auto?', waarna de autorijders geacht
worden schuldbewust een hand op te steken, alsof ze een verslaving opbiechten.
Maar soms is er een ander geluid te horen. Afgelopen week bezocht ik de
maandelijkse talkshow Stadsleven in Amsterdam. Een van de sprekers was
de in Berlijn wonende designjournalist Lucas Verweij. Die toonde zich een
onbeschaamde autoromanticus. Verweij vond het jammer dat de auto aan karakter
verliest. De auto's van nu zijn schoner, veiliger en zuiniger dan ooit. Maar
ook saaier: ze lijken allemaal op elkaar. Door de technologie - niet alleen
deel-apps maar ook een toekomstige ontwikkeling als coöperatief rijden, waarbij
de navigatiesystemen van auto's met elkaar zijn verbonden - zal de auto verder
aan persoonlijkheid inboeten en nog minder een echt individueel vervoermiddel
worden.
We hebben de auto gedisciplineerd en beteugeld. De stad heeft het
gewonnen van de auto. Maar het is een Pyrrhus-overwinning, betoogde Verweij,
want automobiliteit en stedelijkheid horen bij elkaar. Als voorbeeld noemde hij
het laden en lossen langs de straat of de verkoop van producten rechtstreeks uit
autobusjes. Taferelen die in veel buitenlandse steden sjeu geven aan het
dagelijkse stadsleven maar die bij ons bijna overal zijn uitgebannen. Mag er
nog ruimte zijn voor de auto, daar waar het kan? Milieuzones, hoge
parkeertarieven, snelheidsverlaging; het zijn prima maatregelen in drukke
binnensteden, waar de auto echt een probleem is. Maar waarom zou hoogstedelijkheid
de norm moeten zijn voor het hele land?
Zit iets in, dacht ik op de fiets terug
naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten