1 december 2014

Mobiliteit en pannenkoeken

Vorige week werd ik wachtend op het perron aangesproken door een jongen in een kleurig jack. Of ik mee wilde doen aan een enquete. Omdat ik in mijn studiejaren soortgelijke baantjes had, zal ik jonge onderzoekers niet snel afwimpelen. Kan het in vijf minuten, vroeg ik. Dat kon, zei de enqueteur en hij voegde er geruststellend aan toe dat hij tijdens het invullen in de buurt zou blijven. Op zijn jack stond de naam van een bureau dat ik niet kende, maar het was voor de NS, antwoordde hij op mijn vraag naar de opdrachtgever. 

Het bleek toch nog even flink doorwerken. Ik kreeg twee dikbedrukte A4-tjes in handen met stellingen die met een cijfer van 1 (helemaal mee oneens) tot 10 (helemaal mee eens) moesten worden gewaardeerd. Stellingen die soms moeilijk uit elkaar waren te houden ('Ik kon de parkeervoorziening gemakkelijk vinden' versus 'Ik kon de ingang van de parkeervoorziening gemakkelijk vinden') of een bijna filosofische twijfel opriepen ('Ik vind dat het vandaag goed weer is'). Tja, moet je koud en rustig novemberweer een zes of een zeven geven? En zouden ze begrijpen dat sommige van mijn achten in werkelijkheid tienen zijn? Ik hoef namelijk helemaal geen moeite te doen om de fietsenstalling te vinden die ik altijd gebruik op dit station; die ligt pal voor de ingang. Kortom, hébben ze iets aan mijn cijfers? Wat ik ook had kunnen doen, bedacht ik in de trein, was die hele enquete ongemoeid laten en bovenaan iets schrijven als 'Dit station is voor mij precies goed. Niet te veel veranderen graag en zeker geen ondergrondse stalling of iets met pasjes.' 

Het toeval wilde dat ik op weg was naar de Dag van Verkeer & Mobiliteit in Expo Houten. Ook die stond voor een groot deel in het teken van 'meten is weten'. Al waren de voorbeelden tijdens de presentaties een stuk meer sophisticated dan de enquete op het station. Dankzij smart apps is het steeds eenvoudiger om weggebruikers te volgen en hun gedrag te beïnvloeden. Zo kunnen forensen in Noord-Brabant  tot duizend euro terugverdienen op de aanschaf van hun E-bike als ze een vastgesteld aantal kilometers per fiets naar hun werk reizen. Of ze krijgen een gratis online fietscoach die hen adviseert en stimuleert. De beloning voor de organiserende overheden - het Ministerie van I&M en de provincie Noord-Brabant - is niet alleen een groei van het aantal fietsforensen, maar ook een schat aan data over reisgedrag. Zo blijkt bijvoorbeeld dinsdag de populairste dag om naar het werk te fietsen. 

De gemeente Enschede pakt het nog voortvarender aan, met een smart app waarmee reizigers zich 24 uur per dag kunnen laten volgen. De deelnemers hoeven alleen in te loggen en hun smartphone bij zich te houden. De software brengt patronen in kaart en herkent zo het vervoermiddel van reizigers, hun reisdoel en zelfs of ze alleen of in gezelschap reizen. De individuele aanpak biedt de kans om reizigers gericht te benaderen, bijvoorbeeld om ze te waarschuwen voor vertragingen of om alternatieve routes en vervoerswijzen aan te dragen. Ook hier is financiëel voordeel een prikkel om mee te doen; de deelnemers verzamelen smart-punten die kunnen worden verzilverd bij een scala aan lokale bedrijven, van bioscoop tot pannenkoekenrestaurant. 

Zo geeft mobiele technologie nieuwe mogelijkheden aan beleidsmakers en onderzoekers. Maar net als bij de ouderwetse enquete op papier blijft het natuurlijk om de harde resultaten gaan. Leidt al die smart data echt tot nieuwe inzichten, tot veiliger en duurzamer verkeer? Daar komt nog een interessante vraag bij: onder welke voorwaarden zijn verkeersdeelnemers bereid zich te laten volgen, meten en prikkelen? Voor korting op een pannenkoek zou ik het in elk geval niet doen, al is het maar omdat de relatie tussen mobiliteit en pannenkoeken me ontgaat.


                                                                                                      Beeld: B-riders

Geen opmerkingen: