Inspiratie
komt soms ook via een verrassende omweg. Historicus Piet Kleij vertelde over de
geschiedenis van de Zaanstreek. Die bestond tot 1974 uit zeven kleine
gemeenten, waarvan het bestuur nauwelijks een dagtaak kon worden genoemd.
Bestuurders deden er van alles bij en naast. De legendarische Zaandamse
burgemeester Kornelis ter Laan was neerlandicus en schreef in de vrije uren een
woordenboek van het Gronings, dat nog steeds geldt als een standaardwerk.
Anderen waren boer, ondernemer of onderwijzer. Zo kwamen ze overal, kenden ze
iedereen en wisten ze wat er speelde. Ook de huidige generatie bestuurders, zei Kleij, doet er goed aan om de
voelsprieten in de samenleving te steken. Het sloot mooi aan op wat de andere
sprekers betoogden. De stedelijke opgave van nu vraagt om lokaal maatwerk. Daar
horen politici, ambtenaren en andere stadmakers bij die weigeren om zich
vierentwintig uur per dag te laten opslokken door lopende zaken. De stad maak
je niet in de vergaderkamer, die maak je op straat.
20 maart 2015
De straat op
Stad & Ruimte, zo heet het
tweedaagse programma dat woensdag van start ging op het Hembrugterrein, een
stoere locatie langs het Noordzeekanaal die nieuwe bezoekers tegelijk de kans
geeft hun mening te vormen over het veelbesproken stationsgebied van Zaandam.
Het lijkt bijna een statement om juist op de dag van de provinciale
verkiezingen een bijeenkomst te houden over de stad. Toch moest ook CdK in
Noord-Holland en IPO-voorzitter Johan Remkes in zijn openingsspeech erkennen
dat ruimtelijke ontwikkeling steeds meer tot een lokale zaak uitgroeit. Met de
nieuwe Omgevingswet, waarin het principe 'centraal wat moet, decentraal wat
kan' is vastgelegd, zal de bestuurscultuur veranderen, al zal dat niet vandaag
op morgen zijn. Ruimtelijk beleid, zei Remkes, wordt vooral een zaak van
faciliteren van gewenste ontwikkelingen; voor het vasthouden aan
'gedetailleerde ruimtelijke opvattingen' zal steeds minder plaats zijn.
Aanhaken bij nieuwe tijden, dat
was de gemene deler tijdens de presentaties. De nieuwe economie bestaat uit
circulaire stromen en stroompjes waarin het onderscheid tussen consument en
producent vervaagt, zei Ronald van den Hoff, eigenaar van flexibele
werkplek-verhuurder Seats2meet. Vragers en aanbieders zijn met elkaar verbonden
door social media. Ze zijn weliswaar niet langer gebonden aan vaste
werkplekken, maar ze hebben wél een fysieke plek nodig. Dat vraagt om een
andere manier van denken over stedelijke kwaliteit dan we tot nu toe gewend
zijn. De generatie die na 1980 is geboren doet alleen nog mee als interactie
mogelijk is, zei Kai van Hasselt van Shinsekai Analysis. Steden zouden daar
rekening mee moeten houden als ze hun toeristische mogelijkheden willen
uitbuiten. De rol van de overheid is om voeling te houden met de unieke kwaliteiten
in de stad en die te versterken. Denken in doelgroepen is daarbij prima, maar
sturen gaat vaak beter op een subtiele manier; zeg bijvoorbeeld niet dat je
modestad bent, maar laat niche-kaartjes verspreiden waarop alleen
mode-gerelateerde bedrijven staan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten