Geuren en geluiden bepalen voor een groot deel de manier
waarop we een plek ervaren. Je kunt ze ook prima in kaart brengen.
Waarschijnlijk gebeurt dat nergens zo gedetailleerd als op de stedenkaarten van Goodcitylife. Daarop zijn de
geurenkaarten, de ‘smelly maps’, van twaalf Europese en Amerikaanse steden te
zien. Van bijna elke straat is vastgelegd
hoe het geurenpalet is samengesteld. Zo ruikt het Piazza del Colosseo in Rome
voor 45,6% naar voedsel, voor 30,4% naar natuur, voor 21,5% naar uitlaatgassen,
voor 2,5% naar dieren en voor 0% naar afval.
Het lijkt een onmogelijke klus om in een open auto door al
die steden te rijden en geuren op te snuiven. Dat heeft het onderzoeksteam, afkomstig uit wetenschap en bedrijfsleven, dan ook niet gedaan. De kaarten zijn via een
omweg samengesteld. Eerst maakten de onderzoekers een classificatie van
stedelijke geuren. Daarna gebruikten ze geografisch gelabelde data van sociale
netwerken, zoals Flickr en Foursquare, om de geuren in kaart te brengen. Dat
kunnen zowel foto’s zijn als geur-gerelateerde teksten. Digitale voetafdrukken,
noemen ze het zelf. Voor het in kaart brengen van stedelijke geluiden, de
‘chatty maps’, werd dezelfde methode gevolgd. Zo is bijvoorbeeld te zien in
welke straten van Barcelona muziek het dominante geluid is. De geur- en geluidskaarten kunnen helpen om steden beter en leefbaarder te maken, hopen de makers. Overheden kennen nu alleen normen voor ongewenste geuren en geluiden. Maar als je wilt weten hoe mensen een ruimte ervaren en hoe dit valt te verbeteren, zul je ook de invloed van positieve en neutrale geuren en geluiden moeten kennen.
Geurkaart van de omgeving van het Colosseum in Rome |
De muziekkaart van Barcelona |
Big data worden steeds vaker ingezet om plaatsen in kaart te
brengen. Soms weten de leveranciers van die data, wij allemaal dus, daar zelf
niets van. Soms werken ze wel bewust mee, bijvoorbeeld aan kaarten waarop je melding kunt doen van afval en rommel in
de openbare ruimte. Of aan een app als Hoodmaps,
waarop je kunt meehelpen om te bepalen wat de toeristische, hippe en ‘saaie’
delen van een stad zijn.
De vraag blijft wat er met de kennis wordt gedaan. Moet
het in de openbare ruimte net zo worden
als in sommige winkelcentra, waar met zorgvuldig geselecteerde geuren en muziek
de gemoedstoestand van bezoekers wordt beïnvloed? Krijgen we smart cities waarin alles voor ons is
geregeld, op basis van door onszelf voortgebrachte gegevens? Dat klinkt meer
als kille sciencefiction dan als een leefbare stad. De makers van de geur- en geluidskaarten op Goodcitylife lijken zich bewust van dat
gevaar. Het gaat om de mens en niet om de techniek, benadrukken ze in een paper
in het Journal of Urban Design and Mental Health. Met een steeds stedelijker toekomst in het vooruitzicht, zo
schrijven ze, haasten technologiebedrijven zich om steden uit te rusten met
sensoren en systemen, met de belofte dat die ons leven aangenamer maken. Maar
een slimme stad is in de eerste plaats een stad waarin mensen zich thuis voelen. Big data zijn geen doel op zich, maar een hulpmiddel om meer inzicht te krijgen in de manier waarop we een plek beleven.
Verschenen in Geografie, oktober 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten