Dinsdag was
ik aanwezig bij de presentatie van het advies Nederlandse Logistiek 2040 – designed to last van de Rli (Raad voor
de leefomgeving en infrastructuur). Heel toepasselijk in Madurodam, met
uitzicht op kleurige containerscheepjes en vrachttreintjes. Het jaartal in de
titel maakte me wat sceptisch. Toch niet weer zo’n rapport vol goede
bedoelingen voor de verre toekomst? Maar de introductie van Marike van Lier
Lels, voorzitter van de adviescommissie, bracht me meteen op andere gedachten.
Het ging helemaal niet over de toekomst. Het ging over nu. Tussen nu en 2040
komen er drie miljard mensen op de wereld bij met dezelfde welvaartswensen als
de onze. Tegelijkertijd worden grondstoffen en energie schaarser of ze raken
helemaal op. Het moet anders en het kan anders. In de toekomstige ‘circulaire’
economie worden geen afvalbergen meer geproduceerd. Grondstoffen worden niet
langer tegen dumpprijzen de wereld overgesleept maar gerecycled, liefst zo
dicht mogelijk bij de consument. Die gooit geen producten meer weg, maar brengt
ze na gebruik terug naar de producent, die de materialen honderd procent
hergebruikt.
Voor de
Nederlandse economie is die toekomst zowel een bedreiging als een kans. Nu nog kunnen
we elk jaar het bericht lezen dat de Rotterdamse haven (je kunt hier ook
invullen: de luchthaven Schiphol, de Port of Twente, het knooppunt Venlo, de
Betuwelijn) een goed of slecht jaar heeft gehad omdat er meer of minder lading
is vervoerd. In de circulaire economie neemt de doorvoer van grondstoffen juist
sterk af en groeit de logistiek vooral op lokaal niveau, met fijnmazige
stadsdistributie en kleinschalige service-knooppunten. Regio’s maken niet zomaar
ruimte vrij voor transportbedrijven met als doel om een zo groot mogelijk deel
van de vrachtstroom aan te trekken. Ze specialiseren zich in maak-industrie met
een hoge toegevoegde waarde. Bedrijven weten van elkaar wat ze maken en met
welke grondstoffen. Vrachtwagens rijden volgeladen over de weg en niet voor 43%
leeg, zoals nu het geval is. Rotterdam is trots omdat het de grootste recycle
hub van Europa is en niet omdat het de meeste containers verwerkt.
Aan het eind
van de middag verscheen er een waterig herfstzonnetje boven klein- Nederland.
En toen was het weer gewoon 2013. De wereld waarin bedrijven in de eerste
plaats bezig zijn te overleven. De wereld waarin overheden niet alleen maar
verstandig samenwerken maar ook met elkaar concurreren, volgens de spelregels
die op dit moment gelden. De wereld waarin ‘vooruitkijken’ voor transportbedrijven
vooral betekent dat aan het eind van de dag alle orders zijn verwerkt. Je kunt
het in zo’n zaaltje in Madurodam gemakkelijk eens worden over hoe het anders
zou moeten. Maar om dat te bereiken, is lef en doorzettingsvermogen nodig. Wie
durft te beginnen aan 2040?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten