15 juni 2016

Kaartlezen (16) - De geografie van Trump


Een van de redenen waarom de Amerikaanse verkiezingen zo fascineren, ligt in het geografische aspect. Het gevecht om de vijftig staten wordt gevoerd als een militaire veldslag. Naarmate de eindstreep in zicht komt, weten de kandidaten precies waar ze moeten zijn met hun campagne-optredens en TV-spots. Waarschijnlijk dat daarom vaak de verschillen in de polls tegen het einde slinken en het toch nog in een spannende race eindigt. De verkiezingsoverwinningen van Obama waren te danken aan het feit dat hij voorheen Republikeinse staten als Florida, Virginia, New Mexico, Colorado en Nevada wist te veroveren. Niet toevallig staten met een sterke groei van immigranten, die eerder geneigd zijn om op de Democraten te stemmen. Na de nederlaag in 2012 was het volgens politiek analisten voor de Republikeinen noodzakelijk om aansluiting te zoeken bij de veranderende demografie van de VS, dat op weg is een land van louter minderheden te worden.

Even leek het erop, toen de Cubaanse immigrantenzoon Marco Rubio en de goed Spaans sprekende Jeb Bush een gooi deden naar de Republikeinse kandidatuur. Maar die werden het niet, zoals we inmiddels weten. Het werd een kandidaat die zei dat Mexico opzettelijk moordenaars en verkrachters naar de VS zendt, dat hij alle elf miljoen Mexicaanse immigranten zonder geldige verblijfspapieren het land uit zal zetten en die na de aanslagen in Parijs opriep tot een totale immigratiestop voor moslims naar de VS.

Is Donald Trump dus kansloos in november tegen Hillary Clinton? Nee, want ook sommige traditionele bolwerken van de Democraten zijn niet meer veilig. Het strijdtoneel verplaatst zich naar de Midwest; de ietwat vage gebiedsaanduiding voor de staten van de grote meren, de eindeloze graanvelden en de prairies. (De Amerikanen zijn het er bijvoorbeeld niet helemaal over eens of Missouri erbij hoort). Het zijn staten met een hoog aandeel blanke en working class kiezers, die weinig vertrouwen hebben in vrijhandel en globalisering nadat ze industriële banen verloren zagen gaan aan landen als China en Mexico. Volgens de Washington Post zou Trump hoe dan ook de volgende vijf Midwest-staten moeten veroveren om te winnen: Indiana, Iowa, Michigan, Ohio en Wisconsin. Het moeilijkst zullen Michigan en Wisconsin voor hem zijn, staten die sinds 2000 steeds naar de Democraten gingen.

                             Spreiding van Amerikaanse bevolking met Mexicaanse roots, US Census 2013

De Mexicaans-Amerikaanse bevolking die Trump tegen zich in het harnas heeft gejaagd, woont vooral in staten die voorlopig nog veilig Democratisch (Californië) of veilig Republikeins (Texas) lijken. Hier profiteert Trump dus van de geografie en van het Amerikaanse kiessysteem: groepen bij wie je impopulair bent, kunnen maar beter geconcentreerd wonen in enkele staten, dan heb je er electoraal het minst last van. De vraag is bovendien hoe erg de kiezers polarisatie vinden. Voor sommigen is het juist de aantrekkingskracht van Trump. Politiek analist Nate Silver - die in 2012 bekendheid kreeg door ruim tevoren de winnaar van alle vijftig staten juist te voorspellen - geeft toe dat hij de nominatie van Trump niet had zien aankomen. Wat hij vooral heeft onderschat, schrijft Silver op zijn blog FiveThirtyEight, is de aantrekkingskracht van de tribal vote. Veel kiezers stemmen niet langer in de eerste plaats vanwege belangen of ideologische standpunten, maar vooral om duidelijk te maken waar ze bij willen horen en waar ze niet bij willen horen. In november zal blijken of Trump erin slaagt om nog een keer te verrassen en genoeg blauwe staten, vooral dus in de Midwest, rood te kleuren.

Verschenen in Geografie, juni 2016

14 juni 2016

Geodicht




De filiaalchefs aan de kust
Houden heus van duin en rust

Maar aan wandelaars verdienen ze niets
Noch aan vrijbuiters op de fiets

De gast moet snacken en een huisje huren
Anders doet-ie het bij de buren

Exploitatie, dat is de sport
Dus schrijft de chef een mooi rapport

Zet hij een hekje om de laatste grasspriet
En noemt het 'een uniek natuurgebied'



3 juni 2016

Kaartlezen (15) - Food op de kaart

We raken niet uitgepraat over voedsel. Sterrenkoks, dieetgoeroes en kookboekenschrijvers zijn de nieuwe helden. Bijna wekelijks verschijnt er een nieuwe superfood, vaak een oude groente of fruitsoort getooid met een nieuwe naam. Voedsel is ook een goede graadmeter geworden voor veranderingen in dorpen, steden of wijken: opeens adverteert de bakker met speltbrood, duiken er speciaalbierwinkels op en zetten restaurants quinoa-salade op het menu.

Onze superfoods zijn dagelijkse voedingsmiddelen voor anderen, soms al sinds de prehistorie. Zoals de eiwitrijke vruchten van de Bataua-palmboom. De oorspronkelijke bewoners van het Amazonegebied gebruikten de vrucht al als voedsel, als basis voor drank, als medicijn en als shampoo. Dankzij de hoge voedingswaarde kan cultivatie van de boom, mits het goed gebeurt, in een groot deel van Zuid-Amerika het lokale dieet verrijken en als substituut voor zuivel dienen.


De kaart toont het verspreidingsgebied van de boom, die snel groeit en het best gedijt als hij de ruimte krijgt. Hij komt uit Food: An Atlas, waarin de relatie tussen voedsel en geografie inzichtelijk wordt gemaakt. (De gratis pdf is hier te downloaden). Zoals je bij een atlas over eten mag verwachten, ziet het boek er 'lekker' uit, met een goede mix van beeld en informatie. Geen droge kost, maar heldere teksten en infographics. Alle aspecten van voedsel komen aan bod. Van productie en consumptie en het wereldwijde gesleep met voedsel tot de culturele identiteit die verbonden is met eten. Er is een wereldkaart van taboevoedsel. Er zijn kaarten van de VS die aantonen dat de bekende indelingen in graanbelt en zuivelbelt in werkelijkheid elkaar overlappende patronen van 'dierlijke' en 'plantaardige' landschappen zijn. Een kaart van de Europese landbouwsubsidies laat in een oogopslag zien dat rijke regio's hiervan meer profiteren dan armere. Veel aandacht is er ook voor lokale voedselinitiatieven, zoals stadslandbouw en lokale markten. Een Argentijnse kaart laat de alternatieven zien voor de soja-monocultuur op de pampas.

De veelzijdigheid van de voedselatlas is te danken aan de manier waarop hij tot stand kwam. De uitgever Guerrilla Cartography is een Amerikaans non-profit netwerk, dat atlassen via crowd funding laat financieren. Wereldwijd worden experts om kaarten gevraagd, die in onderling overleg worden geselecteerd en waar nodig verbeterd. De aanpak levert volgens de makers een ander soort cartografie op; meer persoonlijk en verhalend, over onderwerpen die mensen raken. Binnenkort verschijnt een nieuwe atlas Water: An Atlas.

Verschenen in Geografie, mei 2016

15 mei 2016

De wandelstad van 1927

De gordel '20-'40

Het leuke van steden is dat je ze kunt pellen als een ui. De kern is de historische binnenstad, daaromheen liggen alle lagen die er in de loop der jaren zijn bijgekomen. Amsterdam is een gaaf voorbeeld van zo'n ui-stad. Vanuit het middeleeuwse centrum kom je achtereenvolgens door de grachtengordel, de negentiende-eeuwse wijken, de ring '20-'40 en de na-oorlogse tuinsteden, om te eindigen op een kantorenpark, bedrijventerrein of laagbouwwijk die overal had kunnen staan. De beroemdste van die Amsterdamse ringen is ongetwijfeld de grachtengordel. Maar de ring '20-'40 is minstens zo uniek. Het zijn de wijken waar de architectuur van de Amsterdamse School is te vinden, zoals de Baarsjes, Nieuw-Zuid (ook het Olympisch Stadion is Amsterdamse School) en de Spaarndammerbuurt.

Kenmerkend voor de bouwstijl is dat de huizenblokken als een geheel zijn ontworpen. Vaak als een soort kastelen, met poortjes, kantelen, gebeeldhouwde en gemetselde ornamenten en verhogingen op de hoeken. Het ronde metselwerk schijnt heel moeilijk en tijdrovend te zijn, vandaar waarschijnlijk dat je het tegenwoordig nog maar weinig ziet en dat pogingen om de Amsterdamse School te imiteren, bijvoorbeeld in vinexwijken, er vaak te 'hoekig' uitzien vergeleken bij het origineel. De Amsterdamse School was niet alleen een architectuurstijl maar ook een idealistische stroming. De opkomst viel samen met de bloei van de arbeidersbeweging en de woningbouwverenigingen. De ordelijke, ruim opgezette wijken moesten een gezond alternatief bieden voor uitpuilende arbeiderswijken als de Jordaan en de Pijp.

Dit jaar wordt het honderdjarig bestaan van de Amsterdamse School gevierd. Voor de gelegenheid ging ik met twee foto's uit 1927 de straat op - de Hoofdweg in de Baarsjes om precies te zijn - om een foto vanuit hetzelfde standpunt te maken. Dat was niet moeilijk, want aan het uiterlijk van de gebouwen is weinig veranderd. Wat dat betreft heeft de Amsterdamse School de tand des tijds goed doorstaan. De grootste verandering ligt in de ruimte eromheen.



Toen ik de foto's thuis nog eens goed bekeek, kreeg ik opeens heel veel zin om een wandeling in 1927 te maken. Bij de eerste foto, op de hoek Hoofdweg-Willem Schoutenstraat, moest ik voor het juiste perspectief op het fietspad gaan staan. Van de brede, beklinkerde stoep uit de begintijd van de straat is bijna niets meer over: opgeofferd aan fietspad en fietsenrek. De klinkers op de rijweg zijn asfalt geworden. Op de tweede foto, op het drukke kruispunt Hoofdweg- Jan van Galenstraat, is de verandering nog groter. Bijna niet te geloven dat dit dezelfde plek is. Van een simpel bakstenen straatprofiel met sierlijke lantaarnpalen in 1927 naar een wirwar van verkeersborden, tramleidingen, stoplichten en verkeersheuvels in 2016. De zichtlijn naar de zuidtoren op het Mercatorplein is voor een flink deel verdwenen. Fietsers reden nog gewoon op de rijweg, die ze dan ook helemaal voor zichzelf hadden. Ook hier waren de stoepen breder dan ze tegenwoordig zijn. Het kan een toevallige momentopname zijn, maar het lijkt of er op beide oude foto's meer mensen op straat lopen dan op de nieuwe.

Het is toch een wat ongemakkelijke conclusie - zeker voor een fietschauvinist als ik - dat de fiets minstens zo'n grote verandering heeft gebracht als de auto. We zijn het bijna vanzelfsprekend gaan vinden om te zeggen dat de auto de grote boosdoener is in de openbare ruimte. Je krijgt een betere stad als je ruimte geeft aan de fiets, dat staat niet eens meer ter discussie. Maar als je de oude en nieuwe foto's vergelijkt, wordt het moeilijk om vol te houden dat je er ook een mooiere stad van krijgt. De eenvoudige schoonheid van de Amsterdamse School kwam beter tot zijn recht in de wandelstad van 1927 dan in de fiets- en autostad van 2016.


                             

1 mei 2016

Geodicht




't Is honderd jaar geleden
Dat stedenbouwers samensmeedden

Als antwoord op de krottenwijk
Bouwden ze straten tegelijk

Er kwamen heuse volkskastelen
Met torens, poorten en kantelen

Vooruitgang verpakt in metselwerk
Ambachtskunst voor huis, brug en kerk

Lang vergeten, maar nu geëerd
Toch nog van de Amsterdamse School geleerd